In de serie 'Mensen van het Naardermeer' hoor je portretten van mensen die dagelijks met het oudste natuurmonument van Nederland te maken hebben. Omdat ze er wonen of werken. Deze week komen vrijwillig molenaar Thon Stoffelen en ex-kooiker Jan Verkerke aan het woord.
Molen de Onrust
Thon Stoffelen is tezamen met drie anderen vrijwillig molenaar in het Naardermeer. Molen De Onrust werd gebouwd in 1809 om het Naardermeer te bemalen. De 15 meter hoge molen regelt het waterpeil van het moerasgebied. De molen is een poldermolen wat inhoudt dat de molen over een scheprad beschikt. Het scheprad verplaatst ongeveer 10 m³ water per omwenteling. Het wiekenkruis draait hiervoor twee keer rond. Om een peilverlaging van 1 cm in het Naardermeer te krijgen, is er één stevige winddag nodig.
Het Naardermeergebied heeft een eigen waterhuishouding. Vroeger was er genoeg water in het Naardermeer. Regenwater uit het hooggelegen Gooi kwam via de bodem in de laagveengebieden omhoog als kwelwater. Door drinkwaterwinning, daling van de grondwaterstand in omliggende polders en afvoer van regenwater door het riool is er minder water beschikbaar. In de winterperiode stijgt het waterpeil van het Naardermeer door neerslag. Molen De Onrust maalt het overtollige water naar de Vecht.
Waterpeil
Zomers is er in het gebied juist veel water nodig voor de groei van planten. Dan moet er water ingelaten worden om een goed waterpeil te handhaven in het Naardermeer. Vroeger ging liet met via de sluisdeur in de molen Vechtwater binnen. Nu gebeurt dit niet meer. Een kleine waterzuiveringsinstallatie haalt eerst de fosfaten uit het water van de Vecht en pas dan mag het schone water het Naardermeer in.
Vrijwillige molenaars houden de molen draaiende. Tijdens het winterseizoen draaien ze vaak, soms een paar dagen per week. In de zomer laten ze de molen zonder scheprad draaien om hem in conditie te houden.
Jan Verkerke begon in het Naardermeer als kooiker. Een kooiker lokte samen met een kooikerhondje met behulp van tamme eenden wilde eenden naar een kooi. De wilde eenden werden gevangen en gedood, en verkocht aan de poelier. Naast rietsnijden, visserij en jacht was dit vroeger de manier waarop het Naardermeer geld binnen kreeg. Aan de oostzijde van het Naardermeer ligt nu nog de eendenkooi Kooilust waar Jan Verkerke tot midden jaren 80 eenden ving.
Naast kooiker staat Jan Verkerke ook bekend als de purperreigerteller. Vanuit een klein vliegtuigje telt hij jaarlijks de nesten van de purperreigers in het Naardermeer. Dit jaar kwam hij op een recordaantal van 101 nesten. Het is voor het eerst sinds 1978 dat er meer dan 100 nesten werden geteld. Vorig jaar waren er maar 56 nesten.
In 2015 was een heel slecht jaar, toen werden er slechts 46 nesten geteld. Het Naardermeer is een van de weinige plekken in Nederland waar een grote kolonie purperreigers broedt.
Bekijk de locatie van de eendenkooi en molen op de kaart