© Gerhard Monkhorst
Ondanks het wisselvallige en koude weer zijn er tijdens de Nationale Bijentelling meer bijen gezien dan vorig jaar. Per telling werden gemiddeld achttien bijen waargenomen, dat zijn er drie meer dan vorig jaar. Hoewel dit een toename is, zijn het nog steeds minder dan voorgaande jaren. Toen waren dat gemiddeld zo’n twintig bijen.
De 2300 deelnemers zagen tijdens de tiendagen durende telling 40.000 bijen, hommels en zweefvliegen. Dat zijn vooral de soorten die goed tegen kou kunnen, zoals de honingbij, de aardhommel en metselbijen.
"Honingbijen hebben 'centrale verwarming' in de bijenkorf. Ze houden zich samen warm door honing te eten en actief te zijn", legt bijenexpert Koos Biesmeijer van Naturalis Biodiversity Center uit. Hommels houden zichzelf warm door hun beharing en het trillen van hun vleugels. Veel andere soorten worden pas actief als het warmer is dan 15 graden.
Toch werd de honingbij relatief minder gezien dan voorgaande jaren. Van de getelde bestuivers was 16,5 procent een honingbij, terwijl dat in eerder jaren 25 of zelfs 35 procent bedroeg. Uit verder onderzoek moet blijken of dat te maken heeft met wintersterfte.
Nederland telt 360 bijensoorten, waarvan de helft is bedreigd. Bijna 35 bijensoorten zijn verdwenen.
Bron: ANP
Thema's:
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.