Mantingerveld: het belang van heideherstel

In het Mantingerveld is ruim dertig jaar gewerkt aan heideherstel. Door van landbouw weer natuur te maken zijn oude heideveldjes, jeneverbesstruiken en andere natuurkernen met elkaar verbonden. Het gebied trekt nu veel verschillende diersoorten aan, zoals kevers, vinken en nachtvlinders!

Drenthe bestond 150 jaar geleden vooral uit heide, stuifzand en hoogveen, maar veel van deze natuur verdween door landbouwontginning. Eind vorige eeuw startte Natuurmonumenten in Drenthe met Plan Goudplevier om de overgebleven heidekernen van het Mantingerveld samen te voegen tot één groot heideterrein. Dit leidde tot het herstel van ruim 1200 hectare natuur, waaronder oude en nieuwe heide, met jeneverbesstruiken, stukjes bos en wat plassen.

Zo blijkt het unieke jeneverbesstruweel van het Mantingerveld een geliefde plek onder verschillende nachtvlinders. Lars Kampjes, ecoloog bij Natuurmonumenten, onderzoekt samen met Rik Wever van de Vlinderstichting welke soorten hier voorkomen. Dat doen ze onder meer met een laken en lamp, maar ook door een laagje smeer op de boom te smeren. Dat smeer is een zelfgemaakt goedje, waar de nachtvlinders met hun roltong voedsel uit kunnen halen.

Het jeneverbesstruweel biedt ideale omstandigheden voor zeldzame soorten die gebonden zijn aan deze conifeer. Denk bijvoorbeeld aan de jeneverbesdwergspanner; en laten de heren nou net geluk hebben en tijdens ons bezoek deze soort voor de eerste keer hier waarnemen!

Maar ook de kleine beer laat zich veelvoudig zien. Een algemene en grote nachtvlinderssoort met een harig borststuk. Waarschijnlijk heeft deze nachtvlinder deze haren zodat hij minder snel opgegeten wordt door vleermuizen. Vleermuizen vangen hun prooi door terugkaatsende geluidsgolven. Met de haartjes slaat het geluid een andere kant op en krijgen ze ze niet te pakken.

Kijk zondag 27 oktober 2024 om 19.25 uur naar de uitzending over Mantingerveld op NPO 2!