Bij daglicht lijkt de Australische lantaarnzwam (
Omphalotus nidiformis
) een eenvoudige witte zwam. Maar wanneer de zon onder is en het licht uit gaat, gebeurt er iets speciaals. De paddenstoel begint te sprookjesachtig te gloeien in een groene kleur. De paddenstoel leeft op de takken van een beuk, hoog in de tropische kas van de Hortus Botanicus in Leiden.
Groot natuurraadsel
Oorspronkelijk groeit de lantaarnzwam in Zuid-Australië. Het is een van de vele soorten schimmels die licht geven. Kaschef Rogier van Vugt legt uit: “Wat ik wel opmerkte bij het maken van de foto’s was dat veel dieren zich tot het licht voelden aangetrokken. Een paar slakken, wat kakkerlakken en een springspin kwamen nieuwsgierig op het licht af. De laatste gebruikte het licht zelfs om te jagen op insecten die de paddenstoel bezochten.”
Waarom de zwam licht geeft, is een groot raadsel. Je zou kunnen denken dat de zwam met het licht dieren aantrekt zodat die helpen bij het verspreiden van sporen. Maar dit is niet het antwoord. De sporen van de lantaarnzwam worden namelijk verspreid door de wind.
Waar komt het licht vandaan?
Dat de paddenstoel een toverachtig groen licht afgeeft komt door bioluminescentie. Op deze manier produceren bijvoorbeeld ook vuurvliegjes en glimwormen licht. Door het (symbiotisch) samenleven van bepaalde bacteriën in het dier of de zwam wordt het licht uitgestraald.
Kaschef Rogier maakte een aantal mooie foto’s van het verschijnsel. “Het duurt een tijdje voordat je het groene licht ziet want je ogen moeten aan de duisternis wennen, maar met mijn camera schoot ik deze beelden al met een sluitertijd van 30 seconden”, legt hij uit. Het fenomeen duurt niet heel lang want de zwam groeit heel snel. Als hij zijn maximale grootte heeft bereikt, valt hij af.