Maarten Keulemans: Tuinbeurt
• 25-08-2019
• leestijd 2 minuten
Achter mijn schuur moest wat ruimte komen voor mijn fiets, en zo kwam het dat ik onlangs gewapend met een schoffel en een hark de tuin instapte, van plan om het groen dat zich daar uitspant een stukje terug te dringen. Een paar struikjes weghalen, hoe moeilijk kan het zijn. Maar achter de schuur keek het gebladerte onbewogen terug.
Ik begon wat aan een sliert te trekken. Een lichte rilling trok door het struikgewas. De sliert bleek vast te zitten aan een heel netwerk van andere slierten, van planten die ik niet eens ken. Ik trok nog wat harder, en harder, en harder tot er iets losliet en ik achterover viel. Het struweel golfde heen en weer, alsof het schuddebuikte van het lachen.
Wat? Wie denken die struiken wel niet dat ze zijn? Het is toch zeker mijn tuin?
Ik haakte de hark in de struiken, maar al direct kwamen de tanden onwrikbaar vast te zitten en verdween mijn hark in het groen. Met mijn schoffel sjorde ik een stuk wortel los. Het ding bleek ondergronds meters door te lopen. Mijn schoffel brak in tweeën.
Een braam krabde vijandig met zijn doorns aan mijn armen. Een hedera wikkelde zich rond mijn enkels. Een twijg van een jong eikenboompje gaf me vanuit het niets een pets in mijn gezicht. Dit was geen tuinieren meer, dit was oorlog!
Opeens begreep ik die mannen die wild om zich heen maaiend met een machete de wildernis te lijf gaan; natuurvolkeren die het bos in de fik steken om plek te maken voor hun dorp; en waarom er Nobelprijzen in de scheikunde zijn uitgereikt voor de meest afschuwelijke giffen om het gebladerte te vernietigen.
Maar ook maakte zich een diepe kalmte van me meester. Wat een geruststelling eigenlijk, dat zich achter onze schuren zwijgend het groen ophoudt, onverzettelijk, op de achtergrond, maar altijd paraat om de boel over te nemen als de mensen zich terugtrekken.
Bij Tsjernobyl zagen biologen tot hun verbazing dat de planten al na drie jaar de stad begonnen te overwoekeren; en na de meteorietinslag die de dinosauriërs uitroeide waren varens en struiken de eersten die zich oprichtten. Gewoon, omdat dat nu eenmaal is wat planten doen, als je ze niet in toom houdt.
Mooie overpeinzingen allemaal. Maar intussen spreek ik deze column uit hangend in de struiken achter mijn schuur. Als u toevallig in de buurt bent, en u heeft een machete, komt u me even bevrijden? Bedankt.