Als u weleens foto van mij heeft gezien, is er alle kans dat u op mijn schouder een klein, bruin poesje zag zitten. Dat is geen pose of verzinsel: als ik thuis was, zat mijn poes Lizzie eigenlijk voortdurend op mijn schouder.
Zat, want tot mijn diepe verdriet hebben we Liz moeten laten inslapen. Negentien jaar was ze maar liefst, uitgemergeld door nierziekte en moe van een lang, vredig leven. En dus moest ik haar kleine, opgekrulde poezenlijfje samen met twee decennia aan herinneringen begraven in de tuin, in een kuil waarvoor ik nog met betraande ogen bij de bouwmarkt een schep was wezen kopen. En Sam, de andere kat des huizes? Een nogal afstandelijke grijze kater van zo’n tien jaar jonger, met zo’n eigenwijze witte bef op zijn snoet. Maar wat er nu toch gebeurde: opeens liep Sam klaaglijk miauwend door het huis, de staart in vraagtekenvorm hoog in de lucht.
NEEM EEN COOKIE
Jammer! Door je cookie-instellingen kan je dit deel van de site niet zien. Als je de 'sociale cookies' accepteert, kan je dit deel wel zien.
Ach gut, kijk nou, wat schattig, hij zoekt Liz, meende een van mijn gezinsleden te hebben begrepen. Het leek me beter dat maar zo te laten: het viel mij althans op dat Sam de vermiste poes wel erg nadrukkelijk zocht in de buurt van zijn etensbakje. Maar later was het weer raak. Kom eens kijken!, haalde een van de gezinsleden me erbij. Sam houdt een wake bij Liz! Inderdaad opvallend: Sam had zijn plompe kattenlijf neergevleid pal naast het vers gedolven grafje. Het leek me het beste het maar zo te laten: het viel immers best op dat het toevallig het enige plekje in de tuin was waar nog zonlicht stond.
Die nacht plofte er opeens iets zwaars en warms op het bed. Natuurlijk, het was Sam de kat. Ach gut, wat lief, hij komt ons troosten, kwam nog even in me op. Totdat mijn vriendin hardop aan hem vroeg waar hij eigenlijk al die andere keren was toen ze troost nodig had, en ik tot mijn afschuw besefte dat het beest vooral zijn nieuw op de overledene veroverde stukje territorium kwam inspecteren. Waarna Sam zich zo ruw en langdurig begon te wassen dat het hele bed schudde en we geen oog meer dicht deden.
Ach, de misverstanden tussen kat en mens. Als rechtop lopende aap denk je dat alle dieren net als jijzelf sociale groepsdieren zijn, op zoek naar liefde en gezelligheid en geborgenheid, en voortdurend bezig met het sociale spel wie er meedoet met de groep en wie niet.
Maar weet zo’n kat veel. Een solitair levend roofdier, dat in de prehistorie alleen maar bij ons is ingetrokken omdat er bij ons in huis muizen rondliepen. Die uw huiskamer als territorium heeft gekozen uit strategische overwegingen: beveiligd tegen vreemde katten, beschut voor het weer en met onbeperkt eten. Deze spinnende opportunist, deze aarts-egoïst met het snoezige snoetje, deze Donald Trump in poezengedaante.
En nu zit hij op schoot, zich enorm aan te stellen natuurlijk. Want denk nou niet dat het om ú gaat: voor koning kat zijn die aaihanden gewoon poezentongen die hem schoonlikken en is uw schoot een nest met vloerverwarming waar je fijn kunt slapen. Behalve mijn poes Lizzie natuurlijk. Die zat alleen maar op mijn schouder omdat ze zo aan me was gehecht. Lizje begréép me tenminste.
Ik ben zelf ook zo'n poezenmens en toen ik mijn perzische kater Sammy moest laten inslapen vanwege een tumor en pijn in zijn buik, kwam ik thuis en appte mijn buurvrouw, die voor het asiel in mijn woonplaats zwerfkatten en kittens opvangt. Ze appte me terug, dat ik maar eens moest komen kijken want nu had ze toch zo'n schattig rood poesje! Mijn verdriet was groot en thuis hield ik het ook niet uit en kwam daar binnen en dat poesje keek me aan, kwam naar me toe, streek langs mijn been en ik was verkocht. Nog nooit zoiets meegemaakt en ben nu 72 jaar en vanaf mijn jeugd al poezen om me heen gehad. Ja, dat doen katten met je: ze pakken je in en Noortje woont nu bij mij en ik ben zo ontzettend blij en gelukkig met haar. Ik ben gewoon verliefd op mijn Noortje.