Je tuin of balkon hoeft echt niet helemaal op de schop om huismussen te helpen. Met een paar simpele ingrepen kun je het deze vrolijke vogel al snel naar z’n zin maken. Huismusonderzoeker Rene Oosterhuis geeft tips.
Eén van de belangrijkste dingen voor de mus is voedsel. De volwassen vogels eten vooral zaden. Die kun je gerust jaarrond voeren. Het liefst zaden en granen. Pindas en gekookt voedsel bederven namelijk snel. De jongen kunnen nog geen zaad verteren, maar de oudervogels weten dat. Ze eten de zaden zelf en houden zo meer tijd over om insecten voor hun jongen te vinden. Om ervoor te zorgen dat er voldoende insecten in je tuin zitten is het belangrijk inheemse beplanting te hebben. Denk bijvoorbeeld aan vrouwenmantel, maagdenpalm, lijsterbes, vuurdoorn of klimop.
© Huismus, fotograaf: fozzje
Inheemse beplanting is perfect te combineren met punt twee: beschutting. Om uit de klauwen van katten en sperwers te blijven zoeken mussen namelijk graag dekking in dichte struiken als ligusters en meidoorns. Kies eens voor een haag in plaats van een schutting!
Ideaal huismushabitat met inheemse beplanting en beschutting
© Gert Elbertsen
Punt drie is nestgelegenheid. “Mussen zijn slim en weten vaak wel een plekje te vinden”, vertelt Oosterhuis, maar het aanbieden van nestkasten kan nooit kwaad. Zorg er wel voor dat de invliegopeningen minimaal 34 millimeter zijn, anders passen ze er niet in.
Wil je de puntjes op de i zetten? Leg dan ook een zanderig plekje aan je tuin. Hier nemen mussen graag een stofbad in. Ook houden mussen van wat water: om te drinken maar ook om in te badderen. Goed voor de hygiëne en erg leuk om te zien!
Ten slotte, je kunt de huismus ook helpen door mee te doen aan wetenschappelijk onderzoek. Bij de Jaarrrond Tuintelling tel je elke week alle tuinvogels in je tuin, waaronder de huismus. Met deze informatie kunnen onderzoekers nog beter bepalen wat de huismus nodig heeft.
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.