Walvissen zoeken op zee valt niet mee, zeker niet bij windkracht vijf. Tussen al die witte koppen op de golven valt een ‘blow’ van een ademhalende walvis nauwelijks op. Maar ónder water zijn ze wel tot op vijftien kilometer te horen. Dick de Haan, van Wageningen Marine Research probeert aan boord van het onderzoeksschip de Pelagia daarom walvissen af te luisteren met een vrijdrijvende onderwatermicrofoon.
Drijvende microfoon
De microfoon is extreem gevoelig, ook voor geluid van de scheepsschroef. Daarom doet De Haan zijn onderzoek tijdens de ‘pauzes’ in de expeditie, wanneer het schip noodgewongen stilligt voor diepzeeonderzoek. Hij laat zijn microfoon dan wegdrijven honderd meter onder een boei. Op die boei zit een radiobaken, zodat hij na enkele uren zijn dure microfoon ook weer terug kan vinden.
Potvissengeluid
Tijdens de oversteek van Aruba naar Sint Maarten heeft De Haan geluiden opgenomen van enkele potvissen en waarschijnlijk ook van een – ver verwijderde – bultrug. En net als onder vogelaars geldt voor De Haan 'horen is scoren'. "Dit onderzoek laat zien dat we met behulp van drijvende hydrofoons een indruk kunnen krijgen van de soort en de hoeveelheid van de walvissen die in een gebied voorkomen", aldus de onderzoekers.
Het onderzoek van Dick de Haan is onderdeel van de expeditie NICO –
Netherlands Initiative Changing Oceans
– van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de nationale onderzoeksfinancier NWO.
Meer informatie over de andere onderdelen van deze NICO-expeditie staat op
de expeditie-site
.
Bij de foto: de bemanning van de Pelagia heeft de recorder van Dick de Haan weer uit de Caribische zee gevist, zodat de geluiden eraf kunnen worden geplukt ...