Tot in de jaren zeventig kwam de pad op zo’n 80 plaatsen voor in (alleen) Zuid-Limburg. Van oorsprong leeft de geelbuikvuurpad inoverstromingszones van heuvellandbeken en natte graslanden bij bronbeken, waar continu nieuwe natte plekken ontstaan. Juist deze tijdelijke ondiepe plasjes water vormen het natuurlijke voortplantingsbiotoop van de geelbuikvuurpad. Door toedoen van de mens zijn dergelijke situaties grotendeels verdwenen. Er zijn vervangende voortplantingsplekken genaakt in de vorm van met water gevulde karrensporen, kaalgevreten veedrinkpoelen en natte plekken in weilanden. Maar door schaalvergroting en intensivering van het landschap verdwenen een voor een de leefgebiedjes van de geelbuikvuurpad.
© Geelbuikvuurpad - Fotograaf robblanken
Varkens als natuurbeheerders
Bioloog Ben Crombaghs van Bureau Natuurbalans strijdt al jaren voor behoud van de geelbuikvuurpad. Vanf 2004 werden op in een mergeldgroeve bij Bemelen zelfs Nieuwzeelandse Cune cune varkens ingezet, die met hun gewroet moesten zorgen voor plasjes in het land, waar de pad dan weer een goeie leefplek zou kunnen vinden. Op die plek blijkt dat na 15 jaar nog steeds goed te werken, maar voor een beter behoud van de amfibie voor Zuid-Limburg zijn er meer plekken nodig die als leefgebied voor de pad kunnen dienen.
Grubben
Ook de grubben zijn goeie gebieden voor de geelbuikvuurpad. Grubben zijn in het verleden gevormd door uitspoeling, waardoor er tussen twee hellingen beekdalen zijn komen te liggen. Tegenwoordig worden ze - zoals in Banholt en de omgeving van Sint Geertruid - gebruikt voor het bufferen van water, veelal afkomstig van landbouwgronden. Zonder deze buffering zouden straten bij hevige regenval met water en modder onderlopen. “Een fantastische plek die bij uitstek geschik is voor de zeldzame geelbuikvuurpad”, dacht Ben Crombaghs. De waterbuffers lenen zich bij uitstek als leefgebied voor de geelbuikvuurpad.
Met de aanleg van voortplantingswateren kunnen geelbuikvuurpadden zich weer voortplanten in hun historische leefgebieden. Bovendien vormen de ketens van waterbuffers die in deze zeer langgerekte zogeheten grubsystemen zijn aangelegd, zeer kansrijke verbindingszones tussen diverse leefgebieden van de soort. Voor het behoud van voldoende genetische variatie is uitwisseling van dieren tussen de verschillende leefgebieden van groot belang. Een ideale combinatie dus van een waterhuiskundige en een ecologische functie.
Padden voor de zwijnen
In een Limburgse mergelgroeve ontdekte Andrea in 2007 deze unieke vorm van interanimale samenwerking voor het eerst. Met hun gewroet creëren de varkens ideale poelen die gebruikt worden door de zeldzame geelbuikvuurpad. Fragment uit de uitzending van 6 oktober 2007: