Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Lies Visschedijk: galappeltjes

  •  
12-12-2021
  •  
leestijd 2 minuten
  •  
683 keer bekeken
  •  
Lies

Een eikenblad in de herfst, met daarop een glanzend roodgroen galappeltje: mooier wordt het niet. Als kind zocht ik bij het wandelen vaak galappeltjes. Uit nieuwsgierigheid heb ik er weleens eentje doormidden gebeten, om te proeven of het galappeltje ook naar appel smaakte.

Het was heel vies.

Binnenin vond ik een klein larfje, ruw uit zijn huis gehaald. 

Uit schuldgevoel probeerde ik dat wat er over was van het appeltje weer aan elkaar te plakken, maar het werd natuurlijk niks meer. Wat was dat voor diertje?

In het galappeltje zit een holte. 

In die holte zit een eitje. 

Dat eitje wordt een larfje en dat larfje eet van het galappeltje. 

Als zij voor zichzelf een klein babykamertje heeft uitgegeten, verpopt ze zich. 

Het blad valt naar beneden. In de winter kruipt uit die pop een vrouwtje. 

Een eikengalwesp. 

Als de dagen het kortst en de mensen het somberst zijn, en ze binnen naar de zoveelste persconferentie zitten te kijken, moet dit vrouwtje zich een weg knagen uit dat galappeltje. 

In weer en wind kruipt ze naar buiten, en zoekt de stam van de eik waar haar blad vanaf kwam. 

Je mag hopen dat de tuinman het blad heeft laten liggen, want anders is al dat zoeken vruchteloos. 

Als ze de eik gevonden heeft, dan kruipt ze naar boven. Het regent, het sneeuwt, het vriest, maar ze kruipt door. Zonder dat ze ooit een andere sluipwesp heeft ontmoet pakt ze haar legboor en legt ze haar eitjes in de bladknoppen van de eik. 

Parthenogenese. 

En dat was het dan voor haar! 

Ik heb geen idee wat zo’n vrouwtje verder nog zou moeten gaan doen, in januari op een kale eik. Met voldoening terugkijken op een rijk en voltooid leven? 

Eenzaamheid en kloteweer, dat is het wel zo’n beetje. 

Als alles meezit vormt zich rond die eitjes een knopgalletje en komen ze rond mei uit. 

Dit zijn zowel mannetjes als vrouwtjes: de partygeneratie. Deze eikengalwespen hebben wél gezelligheid én lekker weer. 

De vrouwtjes leggen, na het paren, eventueel op een andere eik, hun eitjes aan de onderkant van het blad, bij de nerf, of erin. Doordat ze een speciale stof er bij inspuiten, maakt het blad  een sponsachtig bolletje. Groen, later wat roder en kogelrond. 

Zo zijn we weer bij het galappeltje van het begin. 

De eitjes in die appels zijn allemaal weer vrouwtjes. 

Er zijn wel honderd soorten galwespen in Nederland en ze zitten meestal op eiken en rozen. Wat zijn al die verschillende gallen prachtig om te zien!

Ik vind het een gek idee dat de zomergeneratie eikengalwespen geen weet heeft van dat ploeterende nonnetje in de winter. 

En andersom ook niet. 

Zij heeft geen idee hoe het leven dat ze voortbrengt eruitziet. Haar kinderen vliegen in de zon, zien het groen en hebben elkaar.

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.