Het gaat niet goed met de levendbarende hagedis in Nederland. De meest algemene hagedis van ons land is in dertig jaar met tachtig procent afgenomen. “Dat is ongekend en zeer zorgwekkend,” benadrukt Tariq Stark van RAVON.
Tariq coördineert het Meetprogamma Reptielen en monitort zelf de hagedissen en slangen in het Aamsveen. De levendbarende hagedis komt voor op de zandgronden in Zuid-, Oost- en Midden-Nederland, en dus ook op de natte zandgronden van het Aamsveen.
Het dier geeft de voorkeur aan heide en hoogveen, waar het ruig en vochtig is. Ze eten met name insecten en dat is meteen een van de mogelijke redenen waarom het slechter gaat. “We hebben te maken met een enorme insectenafname en dat werkt zo’n heel systeem door.”
Om de toe- en afname van reptielen en amfibieën in Nederland te meten, is het dus belangrijk om ze te monitoren. Daarom tellen vrijwilligers de dieren, zoals Tariq hier doet met de levendbarende hagedis en adder. Sinds 1994, de start van de monitoring, is de soort met tachtig procent achteruitgegaan. Het is een algemene soort en leeft wereldwijd zelfs van Ierland tot Japan. In Nederland kwam hij in principe op veel plekken voor, maar is inmiddels teruggedrongen tot met name natuurterreinen.
Om te weten hoe het met de dieren gaat, tellen vrijwilligers de hagedissen. Reptielen zoeken is het landschap scannen. De levendbarende hagedis heeft namelijk duidelijk voorkeursplekjes. In juni wil het vrouwtje graag zon. Want haar eieren broedt ze uit in haar lichaam en daar heeft ze warmte voor nodig.
Op droge open plekjes in de zon kun je dus de levendbarende hagedissen zien liggen. Maar ook paaltjes zijn geliefd. Daarom staat het dier in sommige streken bekend als de paaltjeshagedis.
Thema's:
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.