De Marianentrog in de Grote Oceaan is met elf kilometer het diepste punt op aarde. Het is er koud en donker, maar toch leven er dieren, dankzij de bewegingen van het water. Met ultra gevoelige meetinstrumenten onderzoekt oceanograaf Hans van Haren deze bewegingen.
Hij ontwikkelde hiervoor een kilometerslange kabel met instrumenten die temperatuur en stroming meten. De kabel wordt op zijn plaats gehouden door een gewicht dat dient als anker en blijft overeind door een boei die vier kilometer onder wateroppervlak drijft. Nooit eerder is zo'n lange kabel met meetinstrumenten in zee geplaatst.
Hans van Haren werkt bij het NIOZ en doet al jaren onderzoek naar waterbewegingen en interne golven. En juist door die waterbewegingen kan er voedsel aangevoerd worden en kan er dus leven zijn op grote diepte. Eerdere onderzoeken toonden aan dat er amoeben, vlokreeften, zeekomkommers, kwallen, maar ook bijzondere vissen voorkomen.
Bovenstaande filmpje is een compilatie van de Universiteit van Aberdeen. Dr. Alan Jamieson maakt deze beelden in de Marianentrog op een diepte van van 5000m tot 10,545m. Rond de diepte van 6000m komen nog grote vissen voor uit de familie van de rattenstaarten, naaldvissen en
puitalen.
Dieper vinden ze juist supergrote volkreeften en kleine roze
slakdolven
. Na een diepte van 8500m worden alleen nog grote zwermen amfipoden (
garnaalachtige diertjes zoals de strandvlo)
gevonden.
Bron video: SOI/HADES/University of Aberdeen (Dr. Alan Jamieson)