In Nederland staan er veel, monotone productiebossen bestaande uit fijnsparren. Ze groeien snel en leveren dus veel hout. Het is dan ook het meest gebruikte bouwhout in Nederland. Ook in natuurgebieden staan nog veel van dit soort bossen. Maar eigenlijk komen ze hier van oorsprong helemaal niet voor. Hun oorspronkelijke verspreidingsgebied ligt meer in het noordoosten van Europa en rond de Alpen.
Letterzetter
Door klimaatverandering en de droge zomers gaat het niet goed met de fijnspar in Nederland. De verzwakte en stervende bomen zijn gevoelig voor parasieten. Daarbij helpt het ook niet dat ze in monocultuur staan. De genadeslag voor deze bossen wordt geleverd door een heel klein kevertje, de letterzetter. Hij is maar een halve centimeter groot en leeft onder de schors van de fijnspar. In koudere klimaten kan de letterzetter zich één keer voortplanten en overwintert het nageslacht. Maar in Nederland lukt het de kever om twee levenscycli in één seizoen te voltooien door het warme en droge weer. Hierdoor schieten de aantallen omhoog.
Plek voor andere bomen
In het Hart van Drenthe laten ze de natuur haar gang gaan, zo ook de letterzetter. Ze treffen dus geen maatregelen om de kever tegen te bestrijden. En dat hoeft ook niet slecht te zijn, vertelt entomoloog Jan ten Hoopen. Wanneer de fijnsparren sterven, komt er ruimte voor een meer gemengd bos. Berken zijn waarschijnlijk de eerste bomen die opkomen. Zodra er geen of nauwelijks meer fijnsparren over zijn, zal de letterzetter vanzelf ook weer verdwijnen.