De populatie broedende lepelaars in Nederland is sinds de jaren ’70 sterk toegenomen. Waren het er toen slechts enkele honderden, tegenwoordig zijn er zo'n 2.500 broedparen in ons land te vinden. Erg bijzonder, want in andere landen in Noord-West Europa broeden ze bijna niet. In de winter trekken onze lepelaars richting het zuiden, van Frankrijk helemaal tot de West-Afrikaanse kust, om te overwinteren. Maar sinds een aantal jaar is er nog wat bijzonders aan de hand. Er zijn namelijk groepen lepelaars die helemaal niet meer wegtrekken. Ze blijven in ons toch-niet-zo-koude kikkerlandje.
Lepelaars in de winter
Zowel op Texel als in Zeeland zitten nog groepen lepelaars, vooral bestaande uit jonge individuen. Dit zijn bijvoorbeeld lepelaars die niet sterk genoeg waren om met hun ouders de reis naar het zuiden te maken. Blijkbaar zijn de winters zacht genoeg dat deze vogels overleven tot het broedseizoen en zich kunnen voortplanten. Opmerkelijk is dat in Zeeland sinds een paar jaar ook volwassen dieren zitten die normaal wel naar het zuiden trekken (dat weten ze door het ringen), maar die ook de gok wagen op de Nederlandse winter.
Het is voor de lepelaar een risico een risicovolle afweging, hier blijven of de trektocht aangaan. Als vogel bespaar je natuurlijk een hoop energie als je niet duizenden kilometers hoeft te trekken. Maar als er dan toch plots een strenge winter komt, kunnen de wateren waar je je voedsel uithaalt bijvoorbeeld helemaal dichtvriezen. Voor veel lepelaars betekent dit dan einde verhaal. Wat is de invloed van zo'n strenge februariweek die we dit jaar hadden?
Uitzending 'Volop natuur in de winter' is vrijdag 26 maart 2021 om 19.50u op NPO 2!