Vijftig jaar onderzoek is samengebundeld in de uitgave Lepelaargewoonten van Ernst Poorter. Daarmee is het waarschijnlijk ook het meest complete boek over deze vogel, met bijvoorbeeld meer dan twintig pagina's over het zoekgedrag naar voedsel. Wat blijkt? Ze kunnen scannen.
Scannen naar eten
Lepelaars hebben sowieso een interessante en veelzijdige voedselzoekmethode, variërend van maaien, slepen, naaien, plukken, wroeten, snebberen en peuteren, nog afgezien van voedsel lokaliseren en achtervolgen. In al die gevallen spelen de lepels van de snavel een doorslaggevende rol. Het gebeente van de lepels vertoont tal van kuiltjes die alveolen worden genoemd. Daarin bevinden zich receptoren, vooral langs de randen van de lepels. De receptoren in de onder- en bovenlepel vormen een driedimensionaal ontvangstapparaat waarmee de lepelaar een 'beeld' krijgt van zijn prooi.
En zo staan er meer opmerkelijke wetenswaardigheden te lezen in het boek. Lepelaargewoonten is het levenswerk van etho-oecoloog en natuurbeschermer Ernst Poorter. Hij zette zich onder andere in voor de bescherming van de Oostvaardersplassen, waar hij een belangrijk deel van zijn lepelaaronderzoek kon uitvoeren. Net als de bescherming van de Marismas de Santona in noordwest Spanje, een kustmoeras waar Lepelaars tijdens de trek op adem kunnen komen voor ze de Pyreneeën oversteken.
'Scannende' lepelaars gefilmd door Margreet Overweg.