Insectendeskundige Bouwman maakte met zijn mobiele telefoon een geluidopname en na overleg met
Naturalis
kwam hij erachter dat het hier om de Eumodicogryllus bordigalensis moest gaan, een soort die nog nooit eerder gevonden is in ons land. Ze zitten hier misschien al een aantal jaren, maar Jaap is de eerste die hem heeft opgemerkt.
De soort komt vrij algemeen in Zuid-Europa voor, maar wordt de laatste jaren ook steeds vaker in noordelijke streken aangetroffen. Zo zijn er inmiddels verschillende vindplaatsen in Duitsland (Mannheim) en Tsjechie, steeds op spoorwegterreinen. Als Nederlandse naam wordt daarom spoorkrekel voorgesteld.
Het is nog niet duidelijk hoe de krekel zich verspreidt. Hij kan meegelift zijn met een internationale trein, maar ze kunnen ook op eigen gelegenheid hier gekomen zijn. De jonge dieren hebben vleugels waarmee ze goed kunnen vliegen. De laatste jaren zien we steeds meer zuidelijke sprinkhanen en krekels naar het noorden oprukken. Deze dieren zijn erg warmteminnend en de hogere temperaturen spelen daarom ongetwijfeld een rol bij deze ontwikkeling.