Na de koolmees is de bonte vliegenvanger de vogelsoort die in Nederland het best onderzocht is. Deze vogel keert elk voorjaar terug uit z’n leefgebied in Afrika om in onze bossen voor nageslacht te zorgen. Uit onderzoek, dat al halverwege de jaren 50 is gestart, blijkt dat de bonte vliegenvanger heel goed in staat is zich aan te passen aan klimaatverandering. Vanwege de piek in rupsen, die steeds vroeger is, moet de vliegenvanger ook eerder gaan broeden en dus eerder terugkeren naar Nederland.
Door de toenemende technische mogelijkheden (DNA-onderzoek, dataloggers waarmee de vogels te volgen zijn) komen we steeds meer te weten over klimaatverandering en hoe de bonte vliegenvanger zich daaraan aanpast. Tegelijkertijd blijkt het hele systeem veel complexer te zijn dan we dachten en komt de wetenschap weer voor andere, nieuwe vragen te staan.