Voor landbouw gebruikte veengebieden over de hele wereld en met name in de tropen zorgen in toenemende mate voor de uitstoot van lachgas, een ultrasterk broeikasgas. Dat blijkt uit een wereldwijde veldstudie die is gepubliceerd in Nature Communications en waaraan landschapsecoloog Jos Verhoeven van de Universiteit Utrecht een belangrijke bijdrage leverde.
Sterk broeikasgas
Lachgas (N2O) is een 260 keer zo sterk broeikasgas als CO2. Het draineren - of ontwateren - van natte bodems versterkt de uitstoot van dit gas significant. Uit de nieuwe studie blijkt dat de uitstoot van lachgas het grootst is in een gedraineerde veenbodem in warme gebieden, bij een vochtpercentage van rond de 50 procent.
Risico hoge uitstoot
Tropische veengebieden worden al tientallen jaren op grote schaal ontgonnen voor landbouw, met name voor oliepalm-plantages. Het vochtgehalte van de bodem komt dan in de risicozone voor hoge uitstoot van lachgas. Deze ontwikkeling is volop bezig en veroorzaakt veel milieuschade, ook door hoge uitstoot van CO2.
Tot op heden was over de rol van N2O bij de opwarming van de aarde veel minder bekend dan over de rol van de broeikasgassen kooldioxide en methaan. Dat komt doordat de uitstoot van die laatste twee gassen veel groter is, waardoor hun totale effect als broeikasgas neerkomt op 72 en 19 procent. Het huidige aandeel van lachgas ligt op 6 procent.