Nachtelijke verlichting heeft invloed op onze natuur, maar het was onduidelijk hoe groot die invloed is. Nu is er voor het eerst bewijs uit een uniek experiment. Verlichting in bosranden leidt op langere termijn tot de afname van het aantal nachtvlinders. Roy van Grunsven, ecoloog bij de Vlinderstichting, deed mee aan het onderzoek en legt uit.
Minder nachtvlinders
Nachtvlinders worden door lampen in de war gebracht. Normaal oriënteren ze zich op het vage licht van maan en sterren, maar door die felle lampen worden ze totaal misleid. Dat betekent dat ze dan niet hun normale nachtelijke gedrag vertonen en zich dus veel minder voortplanten. Uiteindelijk leidt kunstlicht op termijn tot kleinere populaties nachtvlinders. Dat stellen het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), Wageningen University, de Vlinderstichting en andere partners op basis van het project Licht op Natuur.
Experiment
In het project zijn op acht plekken in Nederland lantaarnpalen in bosranden geplaatst met steeds drie verschillende kleuren licht (rood, groen en wit) en was er een donkere plek ter controle. Vrijwilligers hebben op deze plekken regelmatig nachtvlinders gevangen, geteld en weer losgelaten. De resultaten hiervan zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Current Biology.
De eerste twee jaar was er geen verschil tussen de verlichte plekken en de donkere. Er leken zelfs iets meer nachtvlinders op de verlichte plekken te zitten. Maar in het derde tot en met het vijfde jaar was er een afname van 14 procent nachtvlinders bij de verlichte plekken. Statistisch was er geen verschil tussen de drie kleuren licht.
Beperk het aantal lichtbronnen
Omdat er op elk punt maar vijf lantaarnpalen in de bosrand staan, bleef de afname in het experiment beperkt, zeggen de onderzoekers. Als een weg door het bos helemaal verlicht is, zal de afname volgens hen veel groter zijn. Ze pleiten ervoor om licht zo veel mogelijk te beperken. Dat verandert het leven van nachtvlinders op meerdere manieren. Zo wordt de aanmaak van lokstoffen door vrouwelijke nachtvlinders verstoord en paren ze uiteindelijk minder vaak in het licht. Bovendien gaat het veel minder goed met nachtvlindersoorten die door licht aangetrokken worden.