De kraanvogel is een beetje de otter onder de vogels. De grote vogel is de kers op de taart voor de meeste beheerders van natuurgebieden. Sinds 2001 broeden de eerste paartjes in het Drentse Fochteloërveen. Zo’n 10 jaar later zijn de kraanvogels ook gaan broeden in het Dwingelderveld, het tweede gebied in Nederland.
Trompet
De kraanvogel is vrij groot, heeft een lange nek en staat hoog op de poten. De vogel is grijs met een zwartwit koppatroon en een kale rode vlek op het achterhoofd. Als de kraanvogels in maart terugkomen uit hun overwinteringsgebieden in Noord-Afrika en Zuid-Spanje en ze massaal over ons land trekken, barst de Fenolijn van Vroege Vogels Radio uit zijn voegen. Tientallen mensen melden dan ‘de kraanvogels zijn er weer’. Het is echt een soort die tot de verbeelding spreekt met zijn sierlijke vorm, zijn grootte en bovenal zijn trompetterend geluid.
Lang was de kraanvogel verdwenen uit Nederland. Ze maakten hooguit een pitstop in Nederland, onderweg naar hun noordelijke (Scandinavische en Russische) broedgebieden. De vestiging in Nederland vanaf 2001 valt samen met een sterke groei van de Duitse broedpopulatie, die zich in westelijke richting uitbreidt. Die populatiegroei heeft zich over grote delen van Noord- en Oost-Europa afgespeeld. Naast de broedpaartjes zijn in Nederland op meer plekken ook niet-broedende paartjes gezien. De verwachting is dat de toename van broeders in ons land de komende jaren gaat toenemen.
Speuren vanuit de boomtop
Boswachter Ronald Popken van Natuurmonumenten zat vele uren eenzaam in de top van een boom om het eerste paartje om elkaar heen te zien dartelen. Het lijkt erop dat de kraanvogel echt een blijvertje is in het Dwingelderveld. Ook dit jaar zijn er meerdere broedpaartjes actief. De boswachter neemt Menno mee naar de plek waar het voor hem allemaal begon.
In het Dwingelderveld bouwen de kraanvogels hun nesten in vennetjes die jaarrond met water volstaan. Het natte gebied is belangrijk, want in het natuurgebied komen meer dan tien vossenburchten voor en deze roofdieren lusten wel een lekker kraanvogeleitje of kuiken. Boswachter Popken noemt de kraanvogel ‘het vlaggenschip’ van het Dwingelderveld.