De grootste kolencentrale van Nederland, in de Groningse Eemshaven, mag in bedrijf blijven. De rechtbank in Groningen heeft bepaald dat de natuurvergunning voor de elektriciteitscentrale van RWE niet direct hoeft te worden ingetrokken. Het provinciebestuur van Groningen moet echter wel opnieuw de bezwaren beoordelen die milieuorganisatie Mobilisation for the Environment (MOB) tegen de natuurvergunning voor de kolencentrale heeft ingediend.
Te hoge stikstofconcentraties
MOB had de zaak aangespannen omdat diverse beschermde natuurgebieden in de omgeving worden geschaad door te hoge stikstofconcentraties. De kolencentrale is één van de bronnen van stikstofuitstoot in de omgeving.
Volgens de rechtbank heeft het provinciebestuur "ontoereikend gemotiveerd" waarom geen maatregelen nodig zouden zijn tegen de stikstofneerslag op natuurgebied Lieftinghsbroek. De provincie had eerst de "staat van instandhouding" van het zogeheten Natura 2000-gebied goed moeten beoordelen. Als uit die beoordeling blijkt dat maatregelen nodig zijn, komen bedrijven in de omgeving in beeld die schadelijke stikstofverbindingen uitstoten.
Stikstofschade aan natuurgebieden
Gedeputeerde Staten hebben wel "een zekere mate van beoordelingsruimte" om te bepalen welke maatregelen nodig zijn om de natuur te beschermen, oordeelt de rechtbank. Die wijst erop dat vaak meerdere bedrijven in de omgeving verantwoordelijk zijn voor stikstofuitstoot. De provincie moet beoordelen of het intrekken van vergunningen een "passende maatregel" is en zo ja, welke vergunningen dan moet worden ingetrokken.
MOB had in de bezwaren ook gewezen op stikstofschade aan natuurgebieden in Friesland en Drenthe. Dat deel van de klachten had Groningen naar de besturen van de naastgelegen provincies door moeten sturen.