Het lijkt net een onderzees aardappelveldje, maar dan ter grootte van West-Europa. De bodem van de Stille Oceaan ligt vol met mangaanknollen. En die zitten vol met waardevolle metalen als nikkel, koper, kobalt en natuurlijk mangaan. Belangrijk voor bijvoorbeeld de productie van batterijen. Die wetenschap heeft de interesse gewekt van mijnbouwbedrijven. Zeker nu dergelijke grondstoffen bovenlands steeds schaarser worden en ook de vraag naar deze metalen met de dag stijgt. Naar schatting zijn er in de diepzee met deze winning zo vele tientallen en misschien wel honderden miljarden euro’s te verdienen.
De vraag is wat voor gevolgen die diepzeemijnbouw in de toekomst zal hebben op het milieu en de onderzeese natuur?
Drie Nederlandse onderzoeksgroepen nemen vanaf dit jaar deel aan een expeditie naar de Amerikaans-Pacifische kust. Ze gaan de milieueffecten meten van diepzeemijnbouw. Het onderzoek vindt plaats in gebieden waar grote hoeveelheden van de knollen te vinden zijn. Zo ligt er op dit moment een Duits onderzoeksschip voor de Pacifische kust bij Midden Amerika.
Volgens bioloog Dick van Oevelen van het NIOZ zal de diepzeemijnbouw lokaal het bodemleven zwaar verstoren, omdat de bovenlaag van de zeebodem, met daarin al het bodemleven, plaatselijk geheel wordt afgegraven. Daarnaast kan ook het bodemleven in de wijde omgeving verstoord raken doordat het bedekt wordt met bij de winning opgewerveld fijn bodemslib en teruggestort mijnafval. Na de zomer gaat Dick van Oevelen mee met een tweede expeditie.