In veel natuurgebieden zitten paarden en runderen momenteel onder de klissen. De dieren doen zo ongemerkt dienst als zaadverspreider.
De klis (Arctium), ook wel klit genoemd, is een geslacht van Europese en Aziatische wilde planten. De zaden van de klis hebben weerhaakjes die makkelijk ergens aan vast haken. Een veelvoorkomende aanhaker in ons land is de grote klis, waarvan de bladeren in dit jaargetijde extra smakelijk zijn voor grote grazers. Het gevolg is dat paarden en runderen in natuurgebieden onder de klissen zitten, meestal in de manen en de staart.
Geen last
Een van de gebieden waar konikpaarden en Schotse Hooglanders de klissenzaden door het gebied verspreiden is natuurgebied ‘De Staart’ bij Oud-Beijerland; toepasselijker kan een naam niet zijn!
Kuddebeheerder Esther Linnartz van
Free Nature
benadrukt dat de dieren geen last hebben van de klissen in hun haar. Ook aan kleding blijven de zaden overigens makkelijk hangen; in het Engels wordt de plant dan ook wel beggar’s button (bedelaarsknoop) genoemd.