Veel maatregelen tegen klimaatverandering hebben ook gevolgen voor het behalen van andere duurzame ontwikkelingsdoelen, vaak positief, maar soms ook negatief. Dat staat in een studie van het Planbureau voor de Leefomgeving.
Wereldwijd verschillen deze neveneffecten sterk. De onderzoekers geven als voorbeeld de toepassing van bepaalde duurzame technologieën in Noord Amerika, Europa en Centraal en Zuid-Amerika. Nu zijn deze technologieën nog relatief duur. "Dat kan de sociaaleconomische ongelijkheid vergroten vanwege stijgende energieprijzen die met name armere mensen raken", aldus het PBL.
Negatieve gevolgen voor biodiversiteit
Het Planbureau wijst er ook op dat er voor grootschalige opwekking van zonne- of windenergie veel land nodig is, met mogelijke negatieve gevolgen voor biodiversiteit. "In Sub-Sahara Afrika, Zuid-Azië en Zuidoost-Azië bestaat het risico dat klimaatmaatregelen de inspanningen tegen armoede en honger afremmen, tenzij ze gepaard gaan met beleid dat arme mensen beschermt tegen mogelijke stijging van voedsel- en energieprijzen", stellen de onderzoekers.
In het Midden-Oosten en Noord-Afrika kunnen de klimaatmaatregelen volgens de onderzoekers helpen om de economieën in de regio minder afhankelijk te maken van olie. "Ze kunnen hervormingen in de richting van inclusieve groei versnellen. Wel kan de lagere vraag naar olie bestaande economische ongelijkheid vergroten, doordat werkgelegenheid in de oliesector wegvalt."
Beschermen van bossen
Een ander voorbeeld is dat herbebossing een belangrijke maatregel is tegen klimaatverandering omdat bossen veel CO2 opnemen. "Dat heeft positieve effecten op biodiversiteitsdoelstellingen. Maar in veel ontwikkelingslanden gaan er veel inkomens verloren als je ontbossing tegengaat".
Uit de studie komt ook naar voren dat het vergroten van het aandeel hernieuwbaar opgewekte elektriciteit (zon, wind en hydro-elektriciteit) de meeste positieve neveneffecten heeft voor het behalen van andere duurzame ontwikkelingsdoelen.