Aan het eind van de zomer maken de kiekendieven zich op voor de trek naar Afrika. Maar niet iedere kiek is een Afrikaganger. Waar de grauwe en de bruine – en tegenwoordig ook de steppekiekendief – Nederland verlaten, blijft de 'blauwe kiek' hier de hele winter rondhangen.
Iedere kiek trekt zijn eigen plan
De grauwe kiekendief heeft het dit jaar extreem goed gedaan als Nederlandse broedvogel: ruim 140 jongen vlogen uit. Inmiddels zijn de meeste grauwe kieken aan hun tocht naar Afrika begonnen. De bruine kiekendief, ook een Afrikaganger, is over het algemeen iets later dan de grauwe; die begint in de loop van september pas aan de vlucht naar het zuiden. Dan passeren ze overigens Belgische, Franse en Spaanse soortgenoten die ervoor kiezen om gewoon rond hun broedgebieden te overwinteren. Een laatste Afrikaganger is de steppekiekendief, sinds 2017 ook een broedvogel in Nederland, zij het nog incidenteel.'
Blauwe blijft hangen
De vierde van de Nederlandse kieken, de blauwe, is strikt genomen wel een trekvogel. Maar toch blijven zeker de vrouwtjes die in Nederland broeden, in de winter meestal hier hangen. Ze krijgen dan gezelschap van soortgenoten uit het noorden en oosten. Waar de grauwe ooit zo goed als uitgestorven was in Nederland, is nu de blauwe het zorgenkindje, weten de mensen van de Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief. Dit jaar is voor het eerste een nest van de blauwe met succes beschermd in Gronings graan. De jongen die zijn uitgevlogen dragen zendertjes op hun rug, die de onderzoekers kunnen helpen om hun beschermingswerk met kennis te onderbouwen.
Bij de foto: Madeleine Postma ruimt het hekwerk op, waarmee voor het eerst met succes en nest van een blauwe kiekendief in een graanveld kon worden beschermd.