© Dwergvinvis. Bron: Ronile
Op het kadaver van de bijna 5 meter lange walvis die in 2020 dood aanspoelde op Rottumerplaat zijn allerlei insecten afgekomen. Niet alleen stront- en mestvliegen, maar mogelijk ook bottenknagende kevers die speciaal hiervoor van het vasteland naar het kadaver vlogen.
In de twee jaar dat het kadaver lag te vergaan, vonden onderzoekers van Wageningen Marine Research 129 verschillende keversoorten. 74 daarvan waren niet eerder beschreven voor het eiland, meldt Rijkswaterstaat nu de proef is afgerond.
Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer en het ministerie van Landbouw en Natuur besloten de dode walvis op Rottumerplaat niet te ruimen, maar het ontbindingsproces te volgen om te kijken welke dieren en organismen zouden profiteren. Het dier werd iets verder het land op getrokken om te voorkomen dat het in zee zou verdwijnen of gevaar voor de scheepvaart zou opleveren.
De onderzoekers hielden in opdracht van Rijkswaterstaat in de gaten wat er gebeurde met het kadaver van de jonge dwergvinvis. Vogels moesten geduld hebben. Ze konden er pas van eten toen het kadaver voldoende ontbonden was. De huid van de walvis bleek zo stevig dat het kraaien, eksters en mantelmeeuwen niet lukte om er openingen in te prikken.
Volgens de onderzoekers zou op zes locaties in de Waddenzee een aangespoelde walvis kunnen blijven liggen om te vergaan: de onbewoonde zandplaat Het Rif, Rottumeroog, Rottumerplaat, de Vliehors (Vlieland), Boschplaat (Terschelling) en Oosterstrand/Balg (Schiermonnikoog). Er moet dan wel rekening mee worden gehouden dat het dode dier kan ontploffen en gaat stinken. Met heel zware walvissen kan het niet, want die kunnen niet worden versleept naar een plek waar ze in alle rust kunnen ontbinden. Ook dode soorten waarvoor musea en onderzoekers belangstelling hebben vallen af.
Bron: ANP
Thema's:
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.