Kees Moeliker
© André ten Brinke
Volgens IPBES-rapport veroorzaken Invasieve exoten serieuze problemen voor de biodiversiteit en zelfs voor de kwaliteit van ons leven. Ze kosten de wereld bovendien bijna 400 miljard euro per jaar. Toch heeft columnist Kees Moeliker een zwak voor exoten: “Ze doen wat elke soort plant of dier doet in een vreemde omgeving: proberen te overleven.“
Lees hieronder de gehele column:
U kent ze wel die IPBES-rapporten waarmee wetenschappers uit inmiddels 143 landen ons waarschuwen voor de teloorgang van de natuur op onze planeet. Afgelopen week verscheen er weer zo’n dik rapport. Nu over invasieve exoten: planten, dieren, schimmels en (andere) micro-organismen die door toedoen van de mens ergens bedoeld of onbedoeld terechtkomen waar ze van nature niet leven, zich daar vestigen en dan de inheemse natuur dwarszitten. Het rapport noemt 37.000 exoten waarvan er 3.500 invasieve soorten bewezen serieuze problemen voor de biodiversiteit en zelfs voor de kwaliteit van ons leven veroorzaken. Ze kosten de wereld bovendien bijna 400 miljard euro per jaar. De teneur is natuurlijk: uitroeien, met wortel en tak.
Toch heb ik een zwak voor exoten. Dat komt omdat ze zelf geen enkele blaam treft. Ze doen wat elke soort plant of dier doet in een vreemde omgeving: proberen te overleven. Mijn absolute favoriet is de Nijlgans. Die heeft zich wat dat betreft in de afgelopen halve eeuw voorbeeldig gedragen. Rond 1967 koos een stelletje parkvogels in de omgeving van Den Haag voor de vrijheid en inmiddels zijn ze (met 10.000 tot 15.000 paar) broedvogel in alle provincies, met name in stedelijke gebieden. Onze Nijlganzen, die soms al voor de jaarwisseling – hartje winter – op de eieren zitten en met gemak drie of vier broedsels per jaar grootbrengen, koloniseren momenteel onze buurlanden. Er zijn kenners die voorspellen dat ze zo uiteindelijk Afrika weer zullen bereiken, het continent waar ze vandaan komen.
Van Nijlganzen komen we dus nooit meer af en daarom is het nu tijd voor een rebranding, een nieuwe naam en identiteit voor deze succesvolle watervogel. Ik begin bij de basis. Ook al staat hij hoog op zijn poten en lijkt het geluid dat hij maakt in de verste verten niet op kwaken, het is geen gans. De wetenschap is er duidelijk over: bij 17 halswervels of meer is het een gans, bij 16 of minder is het een eend. Ik heb het even nagekeken: de Nijlgans heeft er 16 en is dus een eend.
En dan de Nijl, daar moeten we ook vanaf. Die rivier in de naam versterkt het negatieve exotenimago en vormt bovendien slechts een miezerig sliertje van zijn oorspronkelijke verspreidingsgebied in Afrika. Daarom heb ik van elk exemplaar dat ik in de afgelopen maanden zag het leefgebied genoteerd en kom ik tot de conclusie dat ze zich – zeker in stedelijke omgeving – onderscheiden van alle andere eenden door hun voorliefde voor de wegberm. Ze struinen er rond, alleen of in familieverband, ongevoelig voor verkeer, en grazen er dag en nacht. Daarom, luisteraars, vogelaars, ornithologen, Commissie Systematiek Nederlandse Avifauna, vogelboekenschrijvers, taalpuristen, (eind)redacteuren en exotenhaters: weg met de Nijlgans, leve de bermeend!
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.