Voor een vogelaar is de verrekijker een van de onmisbare instrumenten die altijd mee op pad gaat. Bioloog Kees Moeliker, directeur van het Natuurhistorisch Museum te Rotterdam, weet rondom het object een hele column te schrijven. Voor Moeliker is de verrekijker zijn levensgezel...
Lees hieronder de volledige column:
In plaats van hier voor de microfoon te zitten, beste luisteraars, zoek ik op zondagochtend eigenlijk het liefst mijn topmodellen op. Dat gaat vandaag niet meer lukken, maar ze wachten geduldig tot ik ze uit het zachte kalfsleer rits. De geur van rijke oliën en leren riempjes, het fijne reliëf van de huid, de harde, strakke lijnen of juist de wulpse rondingen winden me op. Ja, mijn verrekijkerverzameling is me dierbaar.
Ik heb er bijna honderd en specialiseer me in modellen van de Duitse topmerken Leitz en Zeiss, gefabriceerd vanaf mijn geboortejaar 1960. Het zijn wondertjes van optische en mechanische techniek die ik, hoewel sommigen meer dan een halve eeuw oud, intensief gebruik. Voor vogels kijken in een donker bos is de 7x42 ideaal, in de polder en langs de kust zweer ik bij de 10x40, en in de stad heb ik altijd een compacte, opvouwbare 10x25 in mijn jaszak. Bij zwaar weer neem ik er een waarmee je zelfs kan snorkelen.
Hoewel militairen, spionnen en zeevarenden het nut van verrekijkers al vroeg door hadden, heeft het opmerkelijk lang geduurd voordat het optische hulpmiddel ook bij de vogelstudie werd gebruikt. In 1889 verscheen weliswaar in de Verenigde Staten het boekje ‘Birds through an opera-glass’, maar denk nu niet dat vroege vogelkundigen met een toneelkijkertje het veld in gingen. Nee, zij pakten het geweer als ze wilde weten wat er rondvloog. De eerste serieuze vogelstudies waarbij verrekijkers gebruikt werden, zijn nog maar een eeuw oud en pas toen er relatief goedkope Japanse prismakijkers op de markt kwamen, nam het hobbyvogelen een vlucht. De Duitse kwaliteitsoptiek was toen slechts weggelegd voor vogelende notabelen. Mijn eerste verrekijker was een ‘Primax’, een loodzware 7x50, bij elkaar gespaard met auto’s wassen.
De verrekijker is de levensgezel van de vogelaar. Samen met het vogelboek, de boterham-met-pindakaas, een thermoskan koffie en een platvink single malt is het een ijzersterke combinatie die in elk geval mij veel natuurgenot heeft gebracht. Kijken, bladeren, slok koffie, vergelijken, beter kijken, bladeren. Het zijn dierbare momenten op een duintop, maar die intieme, individuele natuurbeleving gaat verdwijnen.
Afgelopen week kondigde de Oostenrijkse fabrikant van hoogwaardige optische apparatuur Swarovski het nieuwe vogelen aan met de dG die vanaf 1 april verkrijgbaar is. Het is een soort 8x25 verrekijker met een ingebouwde 13-megapixel camera én wifi-hotspot waarmee je dankzij een beproefde identificatie app onmiddellijk op je smartphone ziet welke vogelsoort je in beeld hebt. Andere hippe vogelaars in de buurt kunnen de live stream volgen, en met nog een druk op de knop deel je de waarneming op social media. Ik heb het voor u nog even nagevraagd in Tirol: het is géén grap. De verrekijker 2.0 komt er aan!