Luisteraars, tegen mijn gewoonte in zit ik niet live achter de microfoon om deze column voor te dragen, maar praat ik in een opnameapparaat. Wanneer u dit hoort, ben ik namelijk met vakantie langs de westkust van Turkije. Bij de keuze van die bestemming speelden mijn kinderen een grote rol, want zij wilden wel weer eens ‘naar dat land met die uil’. Dat zit zo. Vijf jaar geleden waren we er ook, in een badplaatsje niet ver van Bodrum, zonder hoogbouw, met olijfboomgaarden in het achterland, een gezellige autovrije boulevard met zitzakken, hangmatten, eettentjes en een fijne mix van nationale en internationale toeristen.
Op een avond zaten we daar te eten toen er op het terras van het restaurant tumult ontstond: ‘baykuş, baykuş’ werd er geroepen. In het schemerdonker vloog een uil geruisloos over onze hoofden en landde op een lantarenpaal. Het was een bosuil, zag ik als doorgewinterde vogelaar. Wat er toen gebeurde, maakte blijvende indruk op mij en mijn gezin. Ongeveer de helft van de vakantiegangers pakte enthousiast de mobiele telefoon en begon de uil te fotograferen, de andere helft zocht stenen en bekogelde de vogel die natuurlijk onmiddellijk wegvluchtte.
Gebaseerd op fabels en bijgeloof, staan uilen enerzijds symbool voor het goede en de wijsheid, en anderzijds voor de dood en ander onheil. Verwondering (en respect) van de toeristen met hun mobieltjes tegenover angst (en agressie) van de stenengooiers – dat is misschien wel de ultieme tegenstelling die ten grondslag ligt aan onze omgang met de levende natuur. Waar komt die angst toch vandaan? Zit het in onze genen? Stamt het nog uit de tijd dat we met stenen bijlen achter mammoeten aanjoegen terwijl er sabeltandkatten op de loer lagen? Of zijn het de media die ons in de nieuwsluwe zomermaanden de stuipen op het lijf jagen met verhalen over meeuwen die chihuahua’s opslokken, de eikenprocessierupsenjeuk, rennende reuzenteken en het verschrikkelijke draaigatje dat ons het leven zuur maakt? Nog even en dan stapt er weer en badgast in de rugvin van een pieterman (‘Ga niet in zee, ze zijn er weer!’), de limonadewespen zijn in aantocht (‘Niet drinken!’), vale gieren zeilen ons land binnen (‘Houd peuters binnen!’) en binnenkort krijgt een Veluwse veeboer geheid een knauw van een wolf.
Oké, kijk uit voor teken in je bilnaad, mep irritante steekmuggen dood, maar zoek vooral de natuur op, en geniet. Ik heb het hier vaker geroepen: mensen die regelmatig een flinke portie natuur tot zich kunnen nemen, zijn geestelijk en lichamelijk gezonder dan mensen die dat moeten missen. Keukentrapjes en bijtgrage honden veroorzaken veel meer ellende dan de 39.732 soorten wilde dieren, planten, schimmels en slijmzwammen die de Nederlandse natuur rijk is.
In Turkije is dat niet anders. Vanavond gaan we voor een kebab naar de boulevard en hopen op de terugkeer van de bosuil.