Er zijn veel soorten verslavingen. Je kunt verslaafd zijn aan drank of drugs, aan roken of gokken, aan gamen of lachgas, of, iets minder schadelijk op de korte termijn, aan pure chocola of Engelse drop. Inmiddels is een groot deel van de bevolking verslaafd aan het turen op kleine rechthoekige beeldschermpjes en de vele apps die daarop te vinden zijn, al dan niet van fabriekswege aangebracht.
Lees hieronder de volledige column:
Een daarvan is de stappenteller en ik beken maar meteen dat ik daar dagelijks een blik op werp. Is dat een verslaving? Wellicht. Anders is het een compulsieve dwangstoornis. Mijn stappenteller meldt meedogenloos hoeveel stappen ik die dag hebt gedaan, het weekgemiddelde en voegt daar dan fijntjes aan toe dat dat er minder zijn dan de week ervoor. Of meer, dat kan gelukkig ook. De gezondheidspolitie vindt dat je elke dag minstens 10.000 stappen moet zetten. Pas dan wacht het zielenheil.Maar nu komt het dilemma, dat in feite een filosofisch probleem is. Laatst was mijn telefoon kapot en werden er twee dagen lang geen stappen geteld. En soms kun je je telefoon per ongeluk vergeten en dan telt-ie ook niks. Het weekgemiddelde daalt dan schrikbarend. Terwijl je dus wel loopt en stappen zet!
Maar zijn dat dan wel stappen? Is iets alleen een feit wanneer het wordt geregistreerd? Als een vogel ergens diep in het bos een liedje fluit en niemand hoort het, heeft die vogel dan wel gezongen? Dit dilemma is ooit geformuleerd door de achttiende-eeuwse Britse filosoof George Berkeley, die zich afvroeg of dingen die we niet waarnemen wel bestaan. Ruisen de bomen ook in de wind als niemand het kan horen? Heb ik wel mijn zoveelduizend stappen gezet als mijn telefoontje ze niet detecteert?
Soms vrees ik dat dit uiteraard nogal theoretische Berkeley-dilemma ten grondslag ligt aan een deel van de hedendaagse problematiek omtrent de stikstofellende, de klimaatcrisis, de teloorgang van de biodiversiteit. Want je kunt alles ontkennen als je dat wilt. De NOx in de lucht ruik je niet. Je ziet niet concreet stikstofverbindingen als kleine korreltjes of druppeltjes neerdalen. Je neemt de stijging van het CO2-gehalte totaal niet waar; of het nu 300 of 400 ppm zijn, het blijft voor de gewone sterveling onzichtbaar, onhoorbaar, onruikbaar, onvoelbaar. En wie nog nooit een kuifleeuwerik heeft gezien, weet niet dat hij hier is uitgestorven. Dus wat is dan het probleem?Ik mag toch aannemen dan George Berkeley alleen een filosofische vraag stelde en heus wel begreep dat ook wanneer helemaal niemand een vogel hoort zingen die vogel echt wel aan het zingen is.
Ook als mijn telefoon kapot is en de stappenteller niet werkt, kan ik wandelen en stappen zetten. Ook wanneer je de moleculen stikstofoxide en CO2 niet concreet als warrelende dansmugjes voorbij ziet waaien, zijn ze er wel degelijk. George Berkeley had begin achttiende eeuw geen stappenteller en geen smartphone, maar toch liep hij door Oxford, Londen en Ierland. Ontkennen heeft geen zin. We hebben echt een stikstofprobleem. En de rest van de ellende ook.
Fijne zondag.
Thema's:
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.