© Vroege Vogels
"Waarom trekken dieren? Dat is voornamelijk omdat ze op zoek gaan naar voedsel of omdat ze ongunstige omstandigheden ontvluchten. Maar het zijn niet alleen grutto’s en palingen die migreren. Ook de mens is vanouds een trekdier", aldus Jelle Reumer.
Lees hieronder de gehele column:
De Verenigde Naties kwamen onlangs met een alarmerend rapport over de droevige staat van migrerende dieren. Dieren die van nature van A naar B trekken. Trekdieren dus. Om ze te beschermen is er ooit een verdrag gesloten, de Convention on the Conservation of Migratory Species geheten. Het zojuist verschenen VN-rapport is het eerste dat een overzicht geeft over de stand van zaken rond trekdieren en dat verdrag. En dat levert geen vrolijk beeld op. Een op de vijf soorten dreigt uit te sterven, drie van de vier soorten heeft last van habitatverlies, zeven op de tien soorten lijdt onder overexploitatie, vooral overbevissing.
Over wat voor soorten hebben we het? Er zijn veel dieren die trekgedrag vertonen. We kennen allemaal wel trekvogels, soorten als de gierzwaluw of de grutto die ’s winters naar warmere streken vliegen om in het voorjaar weer terug te keren. Er zijn ook vogels die juist bij ons de winter doorbrengen en dan naar de poolstreek vliegen om er te broeden. Dat zou mij niks lijken, maar ze zijn er.
Er zijn ook veel vissen die trekken. Het bekendste voorbeeld is de paling, die als volwassen aal naar de Sargassozee zwemt om er zich voort te planten; de jonkies komen daarna als piepkleine glasaaltjes weer onze kant op. Er zijn soorten die de bovenloop van rivieren nodig hebben voor de voortplanting en als volwassen dier in zee leven; de zalm bijvoorbeeld, of de rivierprik.
Veel trekdieren hebben last van hindernissen of van de teloorgang van hun habitat. Trekvogels hebben last van windturbines en hoogspanningsdraden, of van de schietgrage inwoners van onder andere Egypte, Malta, Italië en Frankrijk. De grutto lijdt enorm onder het verdwijnen van zijn broedgebied, plasdrasse natte weilanden met hoog gras voor voldoende dekking. Vissen die vanuit zee de rivieren willen opzwemmen om zich aan de voortplanting te wijden, komen afsluitdijken tegen, stuwdammen en sluizencomplexen en elektriciteitscentrales om daar dan in stukken te worden gehakseld. En áls ze er al levend doorheen komen, moeten ze maar afwachten of hun paaiplek er nog is. Of dat ze ergens onderweg geen fuiken of hengelaars tegenkomen.
Waarom trekken dieren? Dat is voornamelijk omdat ze op zoek gaan naar voedsel dat per seizoen wel of niet beschikbaar is, of omdat ze ongunstige klimaatomstandigheden ontvluchten.
Maar het zijn niet alleen grutto’s en palingen die migreren. Ook de mens is vanouds een trekdier. Dat begon al twee miljoen jaar gelden, toen de oermens Homo erectus uit Afrika vertrok om Europa en Azië te bevolken, met onder andere de Javamens en de neanderthaler als resultaat. En iets van tachtigduizend jaar geleden vertrok onze eigen soort, Homo sapiens, ook uit Afrika om de rest van de wereld te bestormen. Ook de trekmens ondervond hindernissen. Zo duurde het heel lang voordat de ijsbarrière tussen Azië en Amerika werd doorbroken en mensen via Alaska konden doorlopen tot Vuurland.
En mensen migreren nog altijd. De duizenden die in de jaren vijftig naar Canada of Nieuw-Zeeland verhuisden bijvoorbeeld. Tegenwoordig hebben we zelfs nog grotere stromen migranten, en ook die komen voor barrières te staan. Wat de stuwdam is voor de zalm, en de schietende Egyptenaar en Maltees voor de trekvogels, is het Texaanse grenshek van Trump voor de menselijke migrant. De Chinese muur, de muur van Hadrianus, de Berlijnse muur, het prikkeldraad van Orbán, de muur tussen Israël en de Westbank. De menselijke treklust kent zeker zoveel hindernissen als de dierlijke migratiedrang.
Zo houdt de natuur ons een pijnlijke spiegel voor.
Fijne zondag.
Meer over:
jelle reumerMaandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.