© Vroege Vogels
Het gazon is een vreemde biotoop, stelt columnist Jelle Reumer. "Het is een strakgemaaide vlakte met duizenden tot miljoenen exemplaren van liefst maar één plantensoort" zegt hij. "Voor de biodiversiteit heeft evenveel waarde als een geasfalteerd parkeerterrein."
Lees hieronder de volledige column:
Het leukste van de afgelopen maand is wel dat de natuur weer helemaal is ontploft. Het gaat soms echt snel, de ene dag is de beukenhaag nog kaal en behangen met de bruine blaadjes van vorig jaar, de volgende dag is hij ineens frisgroen geworden. En de halve Heukels’ Flora staat of stond inmiddels in bloei, van salomonszegel tot hondsdraf, van kastanje tot blauwe regen; het kan niet op, terwijl een maand geleden nog bijna alles nog in winterslaap verkeerde.
Wat ook is gaan groeien is het gras. Ik zag vorige week al twee medewerkers van een hoveniersbedrijf in de weer om een kolossaal gazon bij een villa te maaien en het maaisel met een bladblazer bijeen te vegen. Ik ga nu midden in de lente niet zitten mopperen over bladblazers; dat abjecte fenomeen komt dit najaar wel weer aan de beurt, maar wel over het verschijnsel gazon.
Het gazon dus. Wat is dat voor een vreemde biotoop? Een strakgemaaide vlakte met duizenden tot miljoenen exemplaren van liefst maar één plantensoort, een lid van de familie der grassen, de Graminae of Poaceae zoals ze tegenwoordig heten. Het ideale gazon is verder onkruidloos. De ware gazonliefhebber gruwt van weegbree, paardenbloemen en – het allerergste! – mos in het gazon. Een paar madeliefjes kunnen nog wel, maar dat moeten er ook niet teveel worden, want net als bij weegbree en paardenbloemen geldt dat waar een madelief-rozetje groeit, geen gas kan tieren.
Het gazon is een Engelse uitvinding. Het gazon is de groene droom van de oude Engelse adel, die rond hun landhuizen en kastelen een lawn aanlegden. Dat deden ze om hun rijkdom te etaleren, want waar een gazon ligt kun je geen nuttige gewassen telen, maar dat hoefde ook niet. De kostbare grond kon aan het economisch volkomen nutteloze gazon worden gewijd.
Vanuit Engeland is het gazon over de rest van de wereld verspreid geraakt, eerst in Britse koloniën als India en ook de Verenigde Staten, waar elke zichzelf respecterende universiteitscampus uitgestrekte gazons heeft, en vervolgens ook in andere landen, waaronder Nederland.
Een secundair gevolg van de Engelse elitaire pronkzucht is dat op die nutteloze gazons ook nutteloze bezigheden konden worden verricht. Het is daarom geen toeval dat sporten als voetbal, golf en cricket in Engeland zijn ontstaan en van daaruit in het kielzog van het grasveld eveneens over de wereld zijn verspreid. En tennis. Wimbledon is niet voor niets een grasbaan. Het voetbal is in de loop van de vorige eeuw tot in alle bevolkingslagen doorgedrongen maar vooral rond golf en cricket hangt nog altijd een Brits elitair luchtje.
Voor de biodiversiteit heeft het gazon evenveel waarde als een geasfalteerd parkeerterrein. Een geheel betegelde tuin is soms zelfs nog waardevoller, want tussen de tegels kan van alles groeien, van liggend vetmuur tot klaverzuring, straatgras en diverse mossen. In een gazon lukt dat niet. Alleen planten die hun groeipunt onder de messen van de grasmaaier hebben zitten kunnen er overleven, zoals de genoemde weegbree, paardenbloemen en madeliefjes, mits ze niet met een oud aardappelschilmesje worden uitgestoken. Planten die hun groeipunt boven het maaiveld uitsteken zijn ten dode opgeschreven.
Dat maaiveld is daarmee ook een metafoor geworden voor de Hollandse neiging om niet alleen planten maar ook mensen die hun hoofd erboven uitsteken rigoureus af te maaien. Het gazon heeft ons dus wel een typisch Nederlands gezegde opgeleverd: nooit je kop boven het maaiveld uitsteken, want dat loopt verkeerd af.
Fijne zondag.
Thema's:
Meer over:
jelle reumerMaandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.