Ons land telt nogal wat biologen die schrijven, en schrijvers met een hang naar biologie en de natuur, en heel dit bonte gezelschap staat op de schouders van de te vroeg overleden bioloog, dichter en schrijver Dick Hillenius. Ik vergeet voor het gemak Jac. P. Thijsse nu even. Dick Hillenius schreef over biologie, kunst, wetenschap, muziek en het leven, en dikwijls op een manier die zowel een mening inhield als tot nadenken stimuleerde. En dat in uiterst fraai en literair proza.
Ik kwam een fragment tegen dat zich afspeelde tegen dezelfde achtergrond als deze uitzending vandaag, namelijk het Naardermeer, en het ging over een discussie uit 1946 over de vraag of je in het Naardermeer wel of geen riet moet maaien om te verkopen. Het is toch een commerciële bezigheid die in wezen niks met natuurbehoud te maken heeft. Maar als je geen riet maait, groeit het gebied dicht en krijg je uiteindelijk een monotoon bos van elzen en wilgen en zo.
Hillenius hierover, ik citeer:
‘Ik houd geen pleidooi voor zo’n soort bos. Het is wel natuurlijk, maar het is armoedig en je kunt er niet eens doorheenlopen. Je hebt er weinig aan. Het ingrijpen van de mens is niet altijd even erg. Het grote aantal soorten vogels in ons land is alleen maar te danken aan het feit dat de omgeving door ons beïnvloed is. Als mensen niet een groot deel van de bossen hadden omgehakt, allerlei ingrepen in ons land hadden gedaan, stedenbouw, drainage et cetera, dan zouden er een groot aantal van die soorten gewoon niet zijn. Als je de botanici en de ornithologen onder ons een lijst laat maken van wat hier van nature hoort, en een lijst van wat hier gekomen is dankzij het feit dat het land anders is gemaakt door de mens (…) dan is die tweede lijst waarschijnlijk groter dan de eerste.’ Einde citaat.
Denk daar maar eens over na. De grutto in de Friese weide, de korhoenders op de Sallandse heide, de korenwolf op de Limburgse akkers en tegenwoordig de halsbandparkiet in het Vondelpark, ze waren of zijn hier dankzij de mens. Wat Hillenius destijds niet kon bevroeden, is dat het nu met veel van de soorten die hij bedoelt erg slecht gaat. Want de grutto is bezig met een race naar de bodem, het korhoen en de korenwolf zijn daar inmiddels al aangeland.
Ik weet, we hebben nu die krijsparkiet en de nijlgans en zo nog wat andere soorten, maar de essentiële vraag is niet meer of we het riet in het Naardermeer wel of niet moeten maaien, de discussie gaat nu over de vraag waar het laatste weiland is waar nog een distributiecentrum, een datacenter, een windmolenpark of een zonnepanelenweide kan worden gebouwd; er moet nog een miljoen woningen worden neergezet, snelwegen moeten verbreed en er is nog een vliegveld dat zonodig open moet. Wat daarna nog resteert, is voor de mais en het raaigras.
Dick Hillenius zou er wijze woorden over hebben geschreven, maar hij overleed in 1986 voortijdig op 60-jarige leeftijd.
Waarschijnlijk zou hij aan de laatste grutto, voordat die definitief wegvloog op weg naar de Portugese zon, hebben gevraagd of hij vooral niet zou willen vergeten om hier nog even het licht uit te doen.
Lees hier meer over bioloog, dichter en schrijver Dick Hillenius