Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Jelle Reumer: Biologische toe-eigening

  •    •  
17-03-2024
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
961 keer bekeken
  •  
Column_Jelle Reumer_Groen

© Vroege Vogels

De laatste jaren is het verschijnsel culturele toe-eigening in de belangstelling komen te staan. Jelle Reumer wil het over iets vergelijkbaars hebben: "Biologische toe-eigening. Dat is het fenomeen waarbij elementen of symbolen uit de natuur worden gebruikt voor commerciële doeleinden."

Lees hieronder de gehele column

De laatste jaren is het verschijnsel culturele toe-eigening in de belangstelling komen te staan. Het betekent dat je symbolen of gebruiken uit een andere cultuur overneemt, dikwijls met een koloniale of zelfs denigrerende context. Een bekend voorbeeld zijn de indianenpakjes met hoofdtooi die je in speelgoedwinkels kon kopen en waarmee kinderen al ‘ugh ugh’ roepend en met een klapperpistooltje zwaaiend indiaantje speelden.

Vandaag wil ik het over iets vergelijkbaars hebben: biologische toe-eigening. Dat is het fenomeen waarbij elementen of symbolen uit de natuur worden gebruikt voor commerciële doeleinden. De natuur is op vrijwel alle vlakken de mens de baas. In vergelijking met andere diersoorten kunnen wij mensen bijna niks. De cheetah kan harder rennen, de havik kan beter zien, de walvis kan beter duiken, vogels kunnen vliegen. Beerdiertjes overleven in een vacuüm, een uil kan zijn hals honderdtachtig graden draaien, de kameleon verschiet in een oogwenk van kleur en wordt onzichtbaar. Doe ze dat maar eens na! Het is dus logisch dat mensen daar jaloers op zijn, en zich eraan willen spiegelen. De commercie voorop.

Laten we paar voorbeelden behandelen. Ik noem daarbij geen namen.

Een bekende Nederlandse luchtvaartmaatschappij, volgens een vorige minister van verkeer onze ‘blauwe trots’, gebruikt in haar reclame het beeld van een vliegende zwaan. In slow-motion uitgezonden tijdens de reclame levert dat een fraai beeld op.

Een bekende ooit Nederlandse oliemaatschappij hanteert de grote mantelschelp, ook bekend als Sint-Jacobsschelp als haar logo. Nogmaals, ik noem geen naam; de maatschappij heet zelfs schelp, maar dan in het Engels.

Een andere oliemaatschappij dan die van de Sint-Jacobsschelp heeft ons jarenlang in hun reclameboodschappen voorgehouden dat we, door hun product te tanken, een tijger in de tank stoppen. Daartoe werd zelfs opgeroepen: ‘stop een tijger in je tank!’.

Er is een oorspronkelijk Engels automerk in de wat hogere prijsklasse, ik noem nog steeds geen naam, dat de jaguar, een grote katachtige, tot haar merknaam heeft verheven. Op de oudere modellen siert zelfs een verchroomde jaguar de motorkap van dit automerk. Zo was er ook ooit een sportieve Duitse auto die Manta heette, met een verchroomde reuzenrog als beeldmerk. En dan is er natuurlijk ook nog de Panda, een klein autootje van Italiaanse makelij.

Ik kan zo nog doorgaan tot het nieuws van negen uur. Het zijn allemaal voorbeelden van bedrijven die twee dingen gemeen hebben: ten eerste vormt hun bedrijvigheid, de luchtvaart, de benzineverkoop en de automobielproductie, een bedreiging voor het aardse ecosysteem. En ten tweede maken ze gigantische winsten. Daar profiteren de voor hun marketing gebruikte diersoorten helaas totáál niet van mee. Er is geen zwaan, jakobsschelp, jaguar, tijger, manta of panda die er ooit beter van is geworden, en de ecosystemen waar deze dieren in leven nog minder.

Daar moet maar eens verandering in komen. Biologische toe-eigening door de vervuilende industrie moet belast worden. Ik stel voor dat minstens tien procent van de gemaakte winst wettelijk verplicht wordt geïnvesteerd in natuurbehoud. De helft zou nog beter zijn. Dan zou je zelfs een voorstander kunnen worden van dat vreemde verschijnsel van de biologische toe-eigening.

Fijne zondag.

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.