Misschien had u het zelf ook al gemerkt: er waart een verontrustend virus door het land. Of eigenlijk moet ik zeggen: door het medialandschap, toch een heel ander universum dan het land van u en mij. De bijbehorende infectie is een zogeheten zoönose: die wordt van dier op mens overgebracht, in dit geval via persmuskieten en angsthazen van de media.
Het virus tast hun gezichtsvermogen aan: in hun ogen is elk beestje ineens een enge bedreiging. Eenmaal besmet, rochelen de slachtoffers een permanente wolk van paniekberichten over griezelige diertjes op. Afgelopen donderdag zag je de symptomen bij de NOS, in het bericht: ‘Waakzame buizerd valt hardloper aan’. Foto’s van een achterhoofd met bebloede schrammen deden hun vuile werk. De NOS sprak in de kop nog keurig over een ‘waakzame buizerd’ (die beschermt immers zijn nest tegen vrij hondsdolle mannen in fluorescerende pyjama’s), maar natuurlijk viel al snel het gevreesde woord: ‘Terror-buizerd’.
Lang werd de ‘Terror-buizerd’ alleen maar gezien door De Telegraaf, de gifplant op het mediapark. Nu die roofvogel is uitgevlogen over zo ongeveer alle media, heeft De Telegraaf allang weer nieuwe enge beesten ontdekt. Een paar weken geleden: de ‘Terror-mier’- jawel. Ik citeer, lees en huiver: ‘De venijnige miersoort “Mediterraan Draaigatje” is aan een opmars bezig in Nederland’. En: de Terror-mier is ‘erg agressief’.
Doodeng.
Vooral in het voorjaar dreigt een pandemie van zulke onheilstijdingen. We zijn al weer even in de ban van de eikenprocessierups, het jaarlijks terugkerend ritueel in de nieuwsparade. Tot welke gekte het angstvirus leidt: mensen hangen kleefstrippen en plakbanden om bomen, waaraan ik op een foto al een hulpeloze jonge specht heb zien bungelen.
En in het bos, ja in het bos zit natuurlijk de grote boze wolf, die bijt onze schapen dood, en onze babykindjes - de fabeltjeskranten staan deze dagen vol met griezelige sprookjesverhalen. In datzelfde bos jagen tal van andere enge beestjes de persmuskieten en angsthazen de stuipen op het lijf. Dagblad De Gelderlander spotte onlangs de ‘killer-kraai’. Die vogel heeft het – ik citeer - ‘gemunt op fietsers met stokbrood’. Al knabbelend voelde een vrouw uit De Meern, zo vertelde ze de krant, ‘ineens een klauw op mijn hoofd’. De ‘Killer-kraai’ dus. Die haar overigens geen haar had gekrenkt, maar dat maakt niet uit. De vrouw zei tegen de krant: ‘Je zal er maar lopen met een kinderwagen, dan is het lastig je baby te beschermen’. Haar man vond trouwens dat ze pas mocht miepen als het de Terror-buizerd was geweest.
Ook het AD is besmet. ‘Europa siddert voor de letterzetter: een kevertje dat zijn kans grijpt nu bomen verzwakt zijn door droogte’, berichtte de krant. ‘Gaat deze kever onze bossen opvreten?’, luidde een kop. Als geoefend viroloog weet je: na een angstig vraagteken in een kop volgt meestal het antwoord ‘Nee’. Een paar alinea’s later bleek het ook allemaal reuze mee te vallen, maar de krant had zijn bange letters toch maar mooi gezet.
Omroep West maakte onlangs melding van de ‘beruchte bastaardsatijnrups’, een harig beestje dat jeuk kan bezorgen. Als je met hem gaat tongzoenen, ja. Een strandtenthouder zei: ‘Eerst corona, nu dit’. Hand in eigen boezem: mijn eigen krant, de Volkskrant, had het ook even zwaar te pakken. Die schreef over de ‘Aziatische murder hornet’, oftewel een hoornaar die was opgedoken in Canada: ‘Ze zijn groter dan een luciferdoosje, hebben kaken waarmee ze bijen onthoofden en gif dat zelfs voor mensen dodelijk kan zijn’, sidderde mijn krant. En: ‘Tot nu toe is het gelukt om te voorkomen dat de Aziatische hoornaar zich in Nederland vestigt, onder meer door met drones naar de nesten op zoek te gaan’. Een deskundige: ‘Als iedereen alert blijft, kunnen we dat hopelijk nog een tijdje volhouden.’
Journalisten moeten meer de straat op, hoor je weleens zeggen. Ik weet niet of dat zo’n goed idee is. #Alleen samen kunnen we deze paniekpandemie aan. En dus adviseer ik - bij gebrek aan verplegend personeel - de besmette persmuskieten en angsthazen van de media: blijf in godsnaam binnen. Zet mondkapjes op, liefst drie over elkaar. En stuur je lezers niet het bos in met je ziekmakende rochels vol onbenul.