In deze donkere dagen voor Kerst heeft Jean-Pierre Geelen meer dan ooit behoefte aan een lichtpuntje. En die vindt hij in de vorm van twee pluizenbolletjes. Het is namelijk een wonder dat in de hoofdstad van Nieuw-Zeeland twee jonge kiwi’s zijn gevonden.
Lees hieronder de gehele column:
Het gebeurt bepaald niet dagelijks dat de geboorte van twee vogeltjes wereldnieuws is. Deze week geschiedde het wonder. The New York Times beschreef in stemmige bewoordingen hoe bij Wellington, de hoofdstad van Nieuw-Zeeland, twee jonge kiwi’s zijn gevonden. Dat is bijzonder, want al 150 jaar lang niet meer voorgekomen - leg ik straks uit.
Mogelijk dat u bij kiwi’s denkt aan die bruine, harige vruchten in de schappen van de supermarkt. Er is nóg een kiwi, dat is een vogel. De ‘Nationale vogel’ van Nieuw-Zeeland, het enige land ter wereld waar hij leeft. En ja, die kiwi lijkt heel erg op die supermarktkiwi. De vraag ‘Wat was er eerder: de kiwi of het ei’ is eindelijk eens eenvoudig te beantwoorden: het ei. Want de vogel is niet genoemd naar die gelijkende vrucht, maar de vrucht naar de vogel.
En daar zijn dus twee jongen van gevonden. Een natuurbeschermer stak vorige week zijn handen in een holte aan de voet van een varenstruik en stuitte op een klomp veren, schreef The New York Times. Ik citeer: ‘Verbijsterd door het daglicht schudde de chocoladekleurige nachtvogel zijn potloodachtige snavel heen en weer. "Je bent oké," suste de natuurbeschermer in onvervalste speelfilmtaal. Even later waggelde een tweede jong het hol uit, en - ik verlaat mij weer op de kwaliteitskrant - viel in de armen van de beschermer.
Componeer hier zelf uw zoete vioolmuziek bij.
Een beetje vreemde eend is de kiwi wel: de schuwe nachtvogel heeft de snorharen van een muis en de poten van een dinosaurus. Z’n neusgaten zitten niet bovenop, maar aan het einde van zijn lange snavel. De eieren zijn naar menselijke verhouding zo groot als een peuter van drie. Dan vráág je om moeilijkheden.
Die kwamen er dus ook. Door de mens natuurlijk weer. Die zette vanaf 1800 uitheemse roofdieren uit tegen de konijnen, die daar eerder waren uitgezet, maar de schapenweiden bleken te vernielen. Hermelijnen en ratten lieten zich ook de kiwi’s goed smaken: van de 12 miljoen ‘nationale vogels’ zijn nu nog maar 68 duizend over. Vliegen kan het 40 centimeter hoge beest niet; nu staat ie nog op omvallen ook.
Dat kon natuurlijk niet. En dus worden die arme hermelijnen en ratten sinds 2016 weer uitgeroeid. Toen vorig jaar bij Wellington de kust veiliger leek, zijn daar 60 wilde kiwi’s uitgezet. Om ze te beschermen zijn er vijfduizend roofdiervallen om hen heen geplaatst.
Je kunt vraagtekens zetten bij zulk hopeloos geklooi met natuur. Dat doe ik ook, maar nu even niet. In deze donkere dagen voor Kerst heb ik meer dan ooit behoefte aan een lichtpuntje.
Want donkere dagen zijn het: boven Den Haag, waar ik toevallig woon, hangt al weken een loodgrijs wolkenfront. Weerkundigen vrezen het ergste voor Moeder Natuur. In zulke schrale tijden is elke strohalm een sprietje hoop.
Die twee pluizenbolletjes in Nieuw Zeeland zijn wondertjes van veerkracht. En wonderen bestaan; als je het maar geloven wilt. Want hoeveel er ook fout gaat in de natuur, er gaan óók dingen goed. Zie de wederopstanding van onze bever, de otter, de zeearend en de wolf.
Bijna Kerst - tijd voor een Hoogmis, een lofzang op de herrijzenis van de natuur. Dus daarom, geachte gemeenteleden op deze vroege zondagmorgen bijeen: laten wij aanbidden. En jubelen over deze nieuwe kindekes op aard. Nog zijn wij niet verloren, want de kiwi’s zijn geboren - hallelujah, hallo. Twee kiwi’s zijn geboren, in een bakske vol met stro.
Om te janken zo mooi.
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.