Uitheemse soorten worden vaak als schadelijk beschouwd, maar de Japanse oesters die oprukken in de Waddenzee blijken juist meerwaarde te hebben. Althans voor de mosselen die er voorkomen. Hun overlevingskans neemt toe wanneer ze worden omringd door de oesters, beschrijft onderzoeker Andreas Waser van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) in zijn proefschrift.
Waser verdedigt zijn promotieonderzoek over twee weken aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. De Japanse oesters zijn goede rifbouwers. De ‘robuuste 3D-structuren’ zoals Waser ze noemt, beschutten de mosselen tegen natuurlijke vijanden, zoals de scholekster, eidereend, zilvermeeuw en strandkrab.
Roofdieren kunnen de mosselen daardoor moeilijker bereiken. ‘Vooral de kleine mosseltjes profiteren van de bescherming van het oesterrif.’ Er zijn ook nadelen. De mosselen worden weliswaar minder snel opgegeten, maar ze groeien ook minder snel dan soortgenoten op een bank zonder oesters. Dat komt doordat ze om voedsel concurreren.