Invasie grote kruisbekken zet door
• 19-11-2013
• leestijd 3 minuten
2013 kan de boeken in als een invasiejaar van grote kruisbekken. Verspreid over Nederland wordt deze zeldzame kruisbeksoort nu in kleine aantallen waargenomen. De laatste grote invasie van grote kruisbekken was ruim twintig jaar geleden, in 1990; in 2007 was er een kleine invasie in Nederland. Dat de soort vergeleken met de kruisbek zo weinig buiten zijn verspreidingsgebied komt heeft te maken met zijn stapelvoedsel: het zaad van grove den.
Al sinds de zomer worden grote aantallen ‘gewone’ kruisbekken waargenomen. We berichtten daar al eerder over in juli en in oktober. Begin oktober werden daarbij ook enkele grote kruisbekken gezien. Eerst enkelingen, maar al snel ook groepjes, in de Staatsbossen op Texel bijvoorbeeld. De laatste weken worden steeds meer grote kruisbekken ontdekt en ondertussen zijn ze in alle provincies opgemerkt, met de grootste aantallen in Drenthe.
Invasies zijn zeldzaam
De grote kruisbek broedt in Scandinavië tot in Zuid-Zweden, relatief dichtbij Nederland dus. Toch is de soort bij ons zeldzaam als trekvogel, vergeleken met de kruisbek. Dat heeft alles te maken met zijn voedsel. De grote kruisbek is namelijk erg afhankelijk van het zaad van de grove den, zijn stapelvoedsel. De grove den vertoont geringe schommelingen in de productie van zaad, en echte “mastjaren” komen bij de grove den veel minder vaak voor dan bij fijnsparren. In jaren met veel dennenzaad broeden grote kruisbekken succesvol. Als er daarna weinig zaad is en het aantal grote kruisbekken groot, gaan de vogels op zoek naar voedsel en trekken ze verder, wellicht aangespoord door de trekdrift van de verwante kruisbekken. Dan nog blijven grote kruisbekken meestal dicht bij het broedgebied. Denemarken behoort tot het reguliere overwinteringsgebied, maar af en toe schieten trekkende grote kruisbekken door tot in Nederland. Dat gebeurde voor het laatst op grote schaal in 1990. In 2007 doken ook grote kruisbekken op in Nederland, maar in slechts heel klein aantal.
Maatje groter
Om de zaden uit de nog onrijpe kegels van de grove den te kunnen halen heeft de grote kruisbek een extra zware snavel ontwikkeld. Kegels van de grove den zijn namelijk veel harder en houtiger dan de zachte kegels van de fijnspar, waar de kruisbek vooral op foerageert. De grote, ronde en zware snavel en de grote kop met de zware kaken is dus een belangrijk onderscheid met de kruisbek. In vergelijking met kruisbekken - waar grote vaak mee optrekken - is dat goed te zien. Maar de grote kruisbek is helemaal een maatje groter. Een grote kruisbek is ruim 30 % zwaarder dan een kruisbek en weegt gemiddeld 53-54 gram. Dat is bijna net zoveel als een appelvink, die zo’n 57-58 gram weegt.
Bellend geluid
Voor ervaren vogelaars is de grote kruisbek goed te herkennen aan het uiterlijk, maar ook aan het geluid. De vluchtroep is vergeleken met de kruisbek harder, lager en dieper, met een duidelijke ‘u’-klank. Het ‘belt’ en galmt meer. Het lijkt echter wel op een roep van een bepaald type kruisbek, met een roepdialect dat “type X” wordt genoemd.
Het is te verwachten dat de komende maanden op meer plaatsen grote kruisbekken zullen worden ontdekt. De soort is spectaculair en leuk om te zien en er zijn veel enthousiaste vogelaars die, gewapend met geluidsapparatuur en camera’s, de winterse bossen afzoeken om deze soort te vinden.