De meesten van ons hebben het wel eens gezien, een opvallende vergroeiing van een plant. Dit kan in de vorm van vlekjes, wratjes of kleine balletjes zijn. Deze vergroeiingen heten gallen en worden door de plant zelf gemaakt als reactie op een indringer. Een indringer is bijvoorbeeld een insect dat haar eitjes op het blad van de plant legt. De gal dient dan uiteindelijk als behuizing en voedsel voor de larve.
De bekendste insecten die zorgen voor gallen zijn bladwespen, de galmuggen en de galwespen. Maar er zijn ook muggen, vliegen ,vlinders , mijten, luizen, vlooien, schimmels, virussen en bacteriën die kunnen zorgen voor galvorming. De vorm van de gal is specifiek is voor een bepaalde parasiet.
Soorten gallen
In ons land komen rond de 400 verschillende soorten gallen voor. Elke galvormer heeft meestal zijn eigen waardplant. De meeste galsoorten komen voor op bomen en struiken. De zomereik heeft de meeste soorten. Op één blad kunnen meerdere soorten gallen van verschillende parasieten voorkomen.
Meer dan 300 jaar geleden beschreef de Italiaanse bioloog Marcello Malpighi uit Bologna al zestig soorten gallen. Hij ontdekte ook dat galvorming door insecten wordt veroorzaakt en sprak als volgt over de plantengallen: "een dienstverlening van de plant aan de insecten en hun larven”.
Alle plantengallen van Nederland
Over alle Nederlandse plantengallen schreef entomoloog Arnold Grosscurt onlangs het boek 'Plantengallen'. Hij beschrijft ruim 400 bekende en bizarre gallen en geeft meer informatie over hoe ze gevormd worden en welk nut ze hebben.