In de put
• 16-10-2007
• leestijd 2 minuten
Varens, ook wel
Pterophyta
genoemd vermenigvuldigen zich door middel van sporen, dit in tegenstelling tot de zaadplanten (ook wel
Spermatophyta
genoemd). Alle varens hebben wortels, een stam (het zijn wel vaatplanten) en zowel vruchtbare bladen, waar de sporen zich op bevinden als onvruchtbare bladen zonder sporen. De meeste soorten hebben een wortelstok (rhizoom), een kruipend stuk stengel onder de grond. Alle Europese varens zijn kruidachtige planten met bladen die uit de wortelstok ontspringen. Een aantal groepen varens vormen met de stengels een schijnstam en vormen dan een 'boomachtig' uiterlijk: boomvarens.
Er zijn duizenden verschillende soorten varens die verspreid over de hele wereld voorkomen. In het bijzonder zijn ze overvloedig in regenwouden (tropisch of gematigd), omdat hier een van de belangrijkste vereisten aan de leefomgeving van de varen – vocht – is gegarandeerd.
In de uitzending komen een aantal soorten varens voorbij. Hieronder vindt u een overzicht.
De mannetjesvaren is een varen van de niervarenfamilie die voorkomt in lichte, vochtige loofbossen. Verder komt de soort voor langs slootkanten en greppels. Daarnaast wordt de plant gehouden als sierplant voor in de tuin.
De stijve naaldvaren is een varensoort van de niervarenfamilie, die in Nederland zeldzaam is in het wild en staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als zeer zeldzaam en stabiel of iets toegenomen. De plant wordt ook in de siertuin gebruikt.
De tongvaren is een varen, in het geslacht streepvaren. Ze is gemakkelijk te herkennen en groeit op muren en in de duinen, maar is in Nederland vrij zeldzaam.
De ijzervaren is een van oorsprong Oost-Aziatische varen van het geslacht Cyrtomium die door cultivatie wereldwijd verspreid is en zich sinds enige jaren in België en Nederland ook in het wild voortplant.