Ecoloog Jan Doevendans onderzoekt al 15 jaar de huiszwaluwen die broeden in het controlegebouwtje van de sluizen dat is aangelegd na de sluiting van het Lauwersmeer.
In die jaren heeft hij gezien dat het langzaam minder goed met ze gaat. Waar het 20 jaar geleden normaal was dat er acht jongen in een nest lagen, zijn het er nu vaak twee of hooguit drie.
Meten is weten
Als hij de zwaluwen meet, doet hij dat volgens een erkende methode. Hij meet het gewicht, de vleugellengte en algemene conditie. De jongen die nog geen ring hebben, krijgen een ring. Als er wel een ring is, wordt die genoteerd. Bij de controle die hij doet, ziet hij foutjes in de aanleg van de vleugels. Dat wijst op tekort aan voedsel.
Jonge huiszwaluw onderontwikkeld
Door het meten, wegen en ringen heeft hij gemerkt dat het in de loop van de jaren niet goed met de huiszwaluwen gaat: het zijn er minder, ze zijn niet goed ontwikkeld en ook te licht.
Het is ook voor Jan nog onduidelijk waar deze achteruitgang door komt. Misschien komt het door de medicijnresten in het water, het gifgebruik in de omgeving, de temperatuurstijging of de afname van het aantal insecten.
Vroege Vogels in het Lauwersmeer, vrijdag 15 november 2019 vanaf 19.35 uur op NPO 2!