Nederland kende vroeger enorme gebieden van hoogveen. Nu is er nog maar een fractie van over. En dat is jammer, want veenmos vangt ontzettend veel CO2 uit de lucht.
Levend hoogveen
Levend hoogveen bestaat uit een pakket van veenmos. Dit soort mos groeit aan de bovenkant en sterft af aan de onderkant. Hierdoor kan een veenlaag hoger en hoger worden. Het bijzondere van dit plantje is dat het zo’n 10 tot 40 keer zijn eigen gewicht kan opnemen aan water. Een levende spons dus. Ook creëert het veenmos een zuur milieu, waardoor veel planten hier niet kunnen groeien. Enkele bijzondere planten hebben zich hierop aangepast, zoals veenpluis, lavendelheide, beenbreek en het vleesetende plantje zonnedauw.
Ook een CO2-spons
Naast water, neemt het veenmos ook veel CO2 op. Een goed ontwikkeld hoogveengebied neemt per hectare zelfs meer CO2 op dan bos! Hoewel er vroeger in Nederland zo’n 1 miljoen hectare veen, is daar maar weinig van overgebleven. Vandaag de dag is er zo’n 10.000 hectare herstellend hoogveen en slechts een paar hectare levend hoogveen. Dit laatste is te vinden in het Haaksbergerveen.
Droogte
Helaas heeft het Haaksbergerveen erg te kampen gehad met de droogte van afgelopen drie jaar. Zelfs wanneer het in andere delen van Nederland wel regende, bleven hier de buien vaak uit. Om in ieder geval het grondwaterlevel op peil te houden, zijn een halve eeuw geleden dammen aangelegd. Deze houden het water vast in het gebied en zorgen dat de veenmossen niet verdrogen. Belangrijk, want wanneer veenmos verdroogt, komt er ook weer veel CO2 vrij.