Nog nooit is ‘plantenseks’ van zo dichtbij bestudeerd. Dat planten het net als dieren ook ‘met elkaar doen’ was enkele eeuwen geleden niet vanzelfsprekend. Sterker nog, ze werden lang beschouwd als louter goddelijke ornamenten, in dienst van de mens. In Vroege Vogels een gesprek met botanisch filosoof Norbert Peeters over de geschiedenis van de plantenseks.
Wetenschappers hebben onlangs voor het eerst de seksuele reproductie in een bloem op celniveau weten te filmen. Nog nooit is ‘plantenseks’ van zo dichtbij bestudeerd. Dat planten het net als dieren ook ‘met elkaar doen’ was enkele eeuwen geleden niet vanzelfsprekend. Sterker nog, ze werden lang beschouwd als louter goddelijke ornamenten, in dienst van de mens.
Toen onder andere de Zweedse plantkundige Carl Linnaeus ontdekte dat ook planten geslachtsorganen hebben zorgde dat voor veel weerstand. En het werd daardoor lastiger voor vrouwen om de botanie in te gaan. Tot dan toe werd het kweken van bloemen gezien als iets onschuldigs. Maar met deze nieuwe kennis over de geslachtskenmerken van planten werd het gezien als iets schunnigs. Niet geschikt voor vrouwen. Wat alles zegt over de positie van de vrouw in de wetenschap en maatschappij in die tijd. In Vroege Vogels een gesprek met botanisch filosoof Norbert Peeters over de geschiedenis van de plantenseks.
Het nieuwe onderzoek naar seksuele reproductie is verschenen in Elif Sciences.
Stampers en meeldraden
Planten doen dus ook aan seks. Om zich voort te planten moet er een zaadcel bij een eicel komen, net als bij dieren. De meeste planten hebben in de bloem een stamper (het vrouwelijke deel) en daaromheen meeldraden (het mannelijke deel). Deze meeldraden produceren stuifmeel (pollen). Om het stuifmeel bij de vrouwelijke organen te krijgen van een andere plant zijn bestuivers nodig zoals bijen of gaat de bestuiving via de wind.