De harlekijn is een zeldzame orchidee, die tot in de jaren 60 nog op veel plekken voorkwam. Maar door de schaalvergroting in de landbouw met als gevolg verdroging en vermesting is de plant op veel plekken verdwenen. Toch heeft men in Drenthe de harlekijn weer terug weten te brengen. Nadat het beekdal van de Oude Diep, ten noordoosten van Hoogeveen, hersteld was, heeft ecoloog Hans Dekker de natuur een handje geholpen en weer zaadjes van de harlekijn geplant. “Na een haar of drie lukte dat en zag ik hier de eerste plantjes weer opkomen”, zegt Dekker. Inmiddels staan er 45 exemplaren. Hans Dekker heeft een gidsje gemaakt om orchideeën te herkennen, de “Kleine orchideeëngids voor boven de grote rivieren”, met alle soorten die in de noordelijk helft van Nederland voorkomen (uitgeverij Van Gorcum).
Vogelnamen in de Middeleeuwen
De dwaesvogel, de loedervogel of de clamvogel. Namen die zo uit een boek van Harry Potter hadden kunnen komen. Toch zijn het gewone vogelbenamingen die gebruikt werden in de Middeleeuwen. Historicus Frits van Oostrom legt uit waar die namen vandaan komen en wat ze betekenen. Hieronder vind je het overzicht van alle vogelnamen in de Middeleeuwen. Niet van alle vogels is bekend waar de Middelnederlandse naam vandaan komt, zoals maartensvogel in het boek Van den vos Reynaerde. Mocht je zelf een idee hier over hebben, stuur ons dan een mailtje via de Contactpagina.
Glasaaltjes tellen langs de Nederlandse kust
Op dit moment zijn de glasaaltjes, de jonge palingen, hier voor de kust op zoek naar zoet water. Maar op veel plekken kunnen ze niet van het zoute zeewater naar het zoete binnenwater, ze stoten ze hun neus. Sluizen en dammen verhinderen dat de glasaaltjes naar binnen kunnen. Op sommige plekken worden vispassages aangelegd, zodat de glasaaltjes ongestoord naar binnen kunnen zwemmen. Maar bij de meeste sluizen en dammen zijn die mogelijkheden er nog niet.Jonge paling komt vanuit de Sargassozee bij Mexico met de golfstroom mee 6.000 km onze kant opgezwommen. Ze hebben zoet water nodig om goed in op te kunnen groeien. Na verloop van tijd zwemmen de alen weer terug naar de Sargassozee om zich voort te planten. De toegang tot zoet water is dus van levensbelang voor de paling. Al een paar jalng tellen deskundigen van RAVON (Reptielen Amfibiën Vissenonderzoek Nederland) samen met vrijwilligers tellingen uit, om te weten te komen hoeveel glasaal elk voorjaar voor onze kust komen. Dit jaar worden die tellingen voor het eerst langs de hele Nederlandse kust uitgevoerd.
Uilenman Fred Koning wint Amerikaanse prijs voor zestig jaar uilenonderzoek
Toen Fred Koning zestig jaar geleden de Amsterdamse Waterleiding betrad om op zoek te gaan naar roofvogels waren er nog geen bosuilen. Wel ransuilen, maar die zijn nu weg. Gelukkig is de bosuil er voor in de plaats gekomen. een pracht van een beest vindt Fred. Zestig jaar lang ringt hij ze, meet hij ze op en kijkt waar ze hun nieuwe territorium creëren. Voor al dat werk ontving hij dit jaar een prijs: World Owl Hall of Fame Award , die hij ontving tijdens het International Festival of Owls in Houston, Minnesota. Samen met zijn zoon Henk-Jan ecoloog en ook bosuilen onderzoeker ringt hij nog elk jaar de bosuilen en vele andere roofvogels in de Amsterdamse Waterleiding Duinen.
Slaapmutsen, jonge hazen, een steenhommelnest, stippelmotrupsen, uitgevlogen koolmezen en de eerste zomertortel. Deze waarnemingen zijn zondag te horen op ons antwoordapparaat van de natuur. Verder ook nog een kwak op een paaltje en honderden zilverplevieren in Zeeland.
Luister zondag naar een selectie van de eerste- en laatstelingen op de Vroege Vogels fenolijn, op 035-6711338.