Het Verdronken Land van Saeftinghe in Zeeuws-Vlaanderen is een van de weinige getijdengebieden in Nederland. Het is een ruig landschap, met zuigende slikken, unieke brakwater vegetatie, vol steltlopers en rietvogeltjes, bijzonder microleven en wie geluk heeft, ziet een vos of een zeehond.
Het Verdronken Land van Saeftinghe is een van de laatste natuurlijke systemen in ons land. De Deltawerken, opgetrokken na de watersnoodramp van 1953, hebben de natuur in west-Nederland ingrijpend veranderd: in feite is de natuur er een halt toegeroepen. De Westerschelde daarentegen stroomt nog ongehinderd de Noordzee in, en bij vloed stroomt dat zoute water de Westerschelde op. Het is de laatste echte rivierdelta van ons land. En dat levert achterin die Westerschelde, onder de rook van de havens van Antwerpen en de deels stilgelegde kernreactor van Doel, een bijzonder brakwaterlandschap op.
Dat ogenschijnlijke oerlandschap was in de middeleeuwen bewoond en welvarend, maar verschillende stormvloeden en een opzettelijke dijkdoorbraak in de Tachtigjarige oorlog maakten daar een eind aan. De Westerschelde kon nu vrijuit z’n gang gaan en er ontstond een groot gebied kale slikken en begroeide schorren.
Omdat Het Verdronken Land van Saeftinghe zo ver achterin het estuarium ligt, waar de rivierbedding smal en ondiep is, stuwt het water daar enorm omhoog. Het verschil tussen eb en vloed is maar liefst 4,5 meter, en bij springtij zelfs wel 6 meter. Daardoor zijn de kreken diep uitgesleten, op sommige plekken 5 meter, en zijn de oeverranden hoog. De snelheid waarmee het water bij vloed naar binnenstroomt, is indrukwekkend. En gevaarlijk: er zijn aardig wat mensen verdronken omdat ze verrast werden door het water, tot in de jaren 80. Daarom mag je het gebied tegenwoordig alleen nog in onder begeleiding van de gidsen van het Zeeuws Landschap.
Vroege Vogels TV in Saeftinghe, vrijdag 8 juni vanaf 19.35 uur op NPO2