De roek, familie van de kraai en de raaf is een vogel die met name in het oosten van ons land voorkomt. Levend in grote kolonies, luidkeels roepend en flink de boel onder poepend zorgen de dieren bij sommigen onder ons voor grote ergernis. Het is dan ook een van de vogels die in Nederland het meest verjaagd wordt.
Eerst al van het platteland, waar de vogels schade aan de landbouwgewassen zouden veroorzaken. Maar nu wordt de roek ook in sommige dorpen en steden weggejaagd uit woonwijken. Dat wegjagen heeft meestal tot gevolg dat er meerdere kleine kolonies ontstaan die op verschillende locaties gaan nestelen. Een versplintering die veelal leidt tot meer overlast op meerdere plekken.
Roekenstad
Jan Nicolai bestudeert al meer dan vijfentwintig jaar de roeken in zoals hij het noemt “roekenstad“ Coevorden. De kolonies roeken, met ruim tweeduizend nesten behorende tot de grootste van ons land, zorgen wel voor enige overlast maar voor Jan Nicolai zijn ze toch vooral van groot nut. Nestelend naast de sportvelden van Coevorden eten ze de emelten en engerlingen uit het gras van de voetbalvelden. En dat heeft als gevolg dat de grasmatten er in Coevorden keurig bij liggen. Dankzij de roek!
De roek heeft een broek
De roek is duidelijk van de zwarte kraai en de raaf te onderscheiden. Daar waar de zwarte kraai een prachtige glimmende snavel heeft, beschikt de roek over een grijs en dof exemplaar door het vele wroeten in de grond. Boven de snavel heeft de roek geen veren, waardoor vogel een lichtgrijze snavel snavelbasis krijgt. Ook heeft de roek een zogenaamde "broek". Zijn veren lopen in tegenstelling tot de raaf en de zwarte kraai nog langs zijn poten naar beneden.