Geitenmelker en volgwolk: alle mooiste vogelwoorden in een boek

Ooit gehoord van de pelagische kleptoparasiet, een geitenmelker of een volgwolk? Voor veel mensen zal dit klinken als abracadabra, maar voor een doorgewinterde vogelaar behoort dit tot het jargon. Toine Andernach heeft de mooiste van deze ‘vogelwoorden’ verzameld in een nieuw boek.

Zo leer je dat een ‘skulker’ een schuchtere vogel is die zich op de grond schuilhoudt en dat de afkorting ‘kbv-tje’ klein bruin vogeltje betekent. Zoals een winterkoninkje, al wordt die soms ook wel een ‘hkbv-tje’ genoemd: een heel klein bruin vogeltje.

Volgens Andernach zijn er allerlei typen vogelaars. Zo heb je de mindful vogelgenieter, die niet op zoek gaat naar bijzondere soorten, maar geduldig afwacht. Met als motto: de vogels vinden jou wel. Daar tegenover staat de twitcher, die stad en land afreist op zoek naar een bijzonder exemplaar. En dat leidt soms tot een soort kermis.

Afgelopen week kwamen tientallen twitchers met joekels van camera’s naar Houten vanwege twee pestvogels, die daar waren neergestreken. Nog wat vogelaarstypes: de alwetende excursieleider, de vliegschaamteloze vogelreiziger en de noeste nestkastenknutselaar.

De beroemde natuurbeschermer Jac. P Thijsse heeft meerdere vogelwoorden bedacht. Zoals ‘roekenbezoek’ en de zogenaamde ‘babbelbijeenkomsten’ van huismussen. De zang van de merel (Dat avondlied kennen de menschen het best) omschrijft hij als een lange ‘adagio-tirade’. En vogels die bijvoorbeeld alleen in de winter in Nederland te zien zijn, zoals koperwieken en brandganzen, noemt hij ‘de vreempjes’.