Het kalkrijke zand van Zuid-Kennemerland

We zijn in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland, een prachtig stuivend duingebied tussen IJmuiden en Zandvoort met aan de randen historische buitenplaatsen. We staan vroeg op om getuige te zijn van de bronsttijd van de edelherten en om de vogeltrek te tellen. We doorkruisen het gebied op zoek naar grote grazers, zoals de schotse hooglanders en de konikpaarden. Door het werk van deze grazers en door de gaten die gemaakt zijn in de duinen groeien de duinen niet dicht en blijft het gebied kalkrijk. En dat laatste zorgt weer voor wijngaardslakken, speciale paddenstoelen, de duindoorn en daarmee weer voor veel vogels.

Zuid-Kennemerland is een Natura 2000 gebied met zee, duinen, struik en bos. Net achter de duinen, in het duinrandgebied, ligt een ketting van buitenplaatsen. Op deze plekken bouwden rijke kooplui uit de stad hun buitenhuizen. Kenmerkend voor het natuurgebied is de kalkrijke grond. Anders dan bijvoorbeeld de duinen bij Schoorl, vind je in dit gebied kalkminnende dieren en planten.

Een van de planten die goed groeit op kalkrijk zand is de duindoorn. In het najaar hangen de vrouwelijke struiken vol met oranje bessen. Vogels op trek maken een tussenstop in de duinen om te snoepen van de bessen.