De dagpauwoog, het bruin zandoogje, de gehakkelde aurelia, je hebt ze ongetwijfeld wel eens rond zien fladderen. Maar heb je ze ook wel eens geteld? Dit weekend is daar het ideale moment voor, want van 2 tot en met 4 augustus is de 16e editie van de nationale Tuinvlindertelling. Meedoen is gemakkelijk: Kies een zonnig moment uit om door de tuin te lopen en schrijf een kwartier lang alle vlinders op die je tegenkomt. Geef vervolgens het hoogste aantal dat je tegelijkertijd gezien hebt van elke soort door via deze website van de Vlinderstichting.
In 2023 ging het klein koolwitje er met de eerste plaats vandoor, maar ook de atalanta en de dagpauwoog eindigden de afgelopen twee jaar hoog. De strijd is dus nog niet gestreden. Verder ziet Kars Veling van de vlinderstichting dat het zandoogje in de lift zit. Die haalde de top 10 vorig jaar niet, maar zou dit jaar hoger kunnen eindigen. Om de vlinders uit elkaar te helpen houden heeft de Vlinderstichting een handige herkenningskaart gemaakt.
Zondagochtend schuift Kars Veling aan om meer te vertellen over de tuinvlindertelling en hoe het eigenlijk gaat met vlinders in Nederland.
Vlinders zien er niet alleen prachtig uit, maar vervullen ook een belangrijke rol als bestuivers en als onderdeel van de voedselketen. De aanwezigheid van veel vlinders is dan ook een indicatie dat het goed gaat met een ecosysteem. De Vlinderstichting houdt daarom al jaren bij hoe het ervoor staat met vlinders in Nederland. Dit doen ze zelf regelmatig door middel van meetnetroutes in natuurgebieden en parken. Echter trekt flora in tuinen weer net andere soorten aan. Om ook daar een beeld van te krijgen is de tuinvlindertelling in het leven geroepen.
Helaas blijkt uit de metingen van de afgelopen jaren dat het in Nederland helemaal niet goed gaat met de vlinderpopulatie. Volgens het CBS zijn tussen 1992 en 2023 de aantallen dagvlinders gemiddeld met meer dan 50% per soort afgenomen. Dat komt vooral doordat Nederland slechts een klein landje is met erg veel industrie en landbouw. Vlinders hebben het in zulke gebieden niet makkelijk en beperken hun leefgebied tot kleinere stukjes natuur. Ook klimaatverandering heeft invloed op de vlinderpopulatie. Voor sommige soorten zijn warmere zomers voordelig. Bosvlinders, zoals de grote vos en de keizersmantel, hebben er bijvoorbeeld baat bij dat de Nederlandse bossen opwarmen. Maar andere soorten, zoals het veenbesblauwtje en de veenbesparelmoervlinder, lopen juist veel risico. Door klimaatverandering zijn extreme weersomstandigheden steeds frequenter. In combinatie met de verkleining van het leefgebied wegens intensief grondgebruik kan één droogte of overstroming een populatie dan opeens het fatale duwtje geven.
Gelukkig kun je zelf een steentje (of eigenlijk plantje) bijdragen aan het welzijn van vlinders in Nederland. Bijvoorbeeld door in je tuin of op je balkon geen gif te gebruiken en zogenaamde ‘waardplanten’ voor rupsen en vlinders aan te planten. Dit zijn planten die vlinders nodig hebben voor hun voedselvoorziening, om eitjes op te leggen en om poppen van te maken. Sommige van zulke planten heb je misschien zelfs al staan, zoals klimop, de waardplant voor het boomblauwtje. Oh en vergeet natuurlijk niet mee te tellen dit weekend!
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.