De Leuvenumse Beek is bijna 30 kilometer lang en een van de weinige laaglandbeken van ons land. Dit houdt in dat zij wordt gevoed door oppervlaktewater en grondwater. Het regenwater en grondwater verzamelen zich in een stelsel van greppels en kleine beekjes, die uitmonden in de hoofdbeek. Bij langdurige regenval treedt de beek buiten zijn oevers.
Maar het beeksysteem is op dit moment op veel plekken te diep waardoor er geen overstromingen meer plaatsvinden. Dit wordt onder andere veroorzaakt door het uitgraven van de beek, maar ook doordat delen van de beek zijn rechtgetrokken. Hierdoor neemt de stroomsnelheid en de erosie toe, en verdwijnt ook de variatie aan stroomsnelheid en substraat.
Om ervoor te zorgen dat er weer natuurlijke overstromingsgebieden ontstaan en de beek weer gevarieerder, natuurlijker en langzamer gaat stromen is men gestart met het herstel van de beek. De beek is weer meanderend gemaakt. Ook is er hout ingelegd en zandmotoren aangemaakt door zand in de beek te brengen. Door het zand, het stuifzand van verderop, ontstaat er een soort grindbak, waardoor er minder stroom is, meer afwisseling en dus meer dynamische bodemstructuur. Dit is on der andere goed voor de beekprik. Het hout zorgt ervoor dat plantenmateriaal niet meer wegspoelt, het wordt er moerassiger. En dat is weer goed voor bijvoorbeeld de kokerjuffer.
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.